Raads­vragen: Verbod op verkoop levende dieren op de markt – vervolg­vragen op 21bb7383


Indiendatum: 1 nov. 2021

Geacht college,

Wij hebben de beantwoording[1] van onze schriftelijke vragen over ‘Verkoop levende wolhandkrabben markt Afrikaanderplein’ in goede orde ontvangen. In de beantwoording schrijft het college het volgende:

“Landelijk is de verkoop van levende Chinese wolhandkrabben toegestaan. Het college heeft geen wettelijke mogelijkheden om deze verkoop tegen te gaan.”

En ook:

“Zoals te lezen is in de gemeentelijke Nota Dierenwelzijn Rotterdam 2019-2022 zijn gemeenten niet bevoegd om aanvullende regels op het gebied van dierenwelzijn op te stellen. Daarin volgt Rotterdam de bestaande nationale regelgeving.”

1. Op welke nationale regelgeving doelt u?

2. Hoe luidt de bepaling die volgens u voorschrijft dat een gemeente niet bevoegd is aanvullende regels op het gebied van dierenwelzijn op te stellen?

Beide beweringen zijn onjuist. Een verbod kan wél. De gemeente Amsterdam is namelijk voornemens per 2022 de verkoop van levende kreeften en krabben en ook bont op de markt te verbieden. Daartoe heeft zij een concept-besluit[2] opgesteld. In dat concept-besluit schrijft het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders in een toelichting het volgende over de reden waarom een verbod op de verkoop van levende kreeften en krabben gerechtvaardigd is:

“Markten worden in de open lucht gehouden. Door wisselende weersomstandigheden kan een goed leefklimaat voor levende dieren niet altijd worden gegarandeerd. Conform de Wet dieren dienen gehouden dieren namelijk de ruimte te krijgen om natuurlijk gedrag te vertonen. In het algemeen is de oppervlakte van een marktplaats zodanig beperkt, dat niet voldoende ruimte kan worden geboden om levende dieren zodanig te houden dat het welzijn van de dieren gegarandeerd kan worden.”

3. Vindt u, na het lezen van deze toelichting, dat het Amsterdamse college een verbod op de verkoop van levende kreeften en krabben instelt op grond van dierenwelzijnsoverwegingen? Indien nee, waarom niet?

4. Wat vindt u ervan dat het Amsterdamse college nota bene nationale regelgeving (Wet dieren) aanhaalt om een lokaal verbod op de verkoop van levende dieren op markten te rechtvaardigen?

5. Hoe verklaart u uw diametraal andere kijk dan die van uw collega’s in het Amsterdamse op de mogelijkheid dierenwelzijnsbeleid te maken dat verder reikt – of voortborduurt – op landelijke regelgeving?

In voornoemde beantwoording schreef het college in antwoord op onze vraag over of een bepaald artikel uit de Marktverordening Rotterdam 2017 een verbod mogelijk kan maken, het volgende:

“De regelgeving voor de gemeentelijke markten is niet gemaakt voor het verbieden of juist toelaten van bepaalde goederen/waren.”

In de Marktverordening[3] van de gemeente Amsterdam luidt artikel 3.2, derde lid als volgt:

“Het is verboden op een markt waren te verhandelen die daartoe door het college zijn aangewezen.”

6. Hoe moeten we de aangehaalde passage in uw beantwoording van onze schriftelijke vragen plaatsen in het licht van artikel 3.2, derde lid van de Marktverordening van de gemeente Amsterdam?

7. Hoe kan het dat u zo een diametraal andere kijk heeft dan uw collega’s in het Amsterdamse op de sturingsmogelijkheden die regelgeving voor gemeentelijke markten bieden?

8. Bent u bereid te erkennen dat u wél handel in bepaalde waren op Rotterdamse markten kunt verbieden? Indien nee, waarom niet?

Artikel 3.2, derde lid van de Marktverordening van de gemeente Amsterdam biedt voor het college van burgemeester en wethouders aldaar de juridische grondslag voor het verbod op de verkoop van levende kreeften en krabben op de markt. Dit blijkt uit het eerder aangehaalde concept-besluit.

9. Erkent u dat een bepaling in een verordening die regelgeving voor gemeentelijke markten omvat, een juridische grondslag kan bevatten te komen tot een verbod tot de handel van bepaalde waren? Indien nee, waarom niet?

In voornoemde beantwoording op onze schriftelijke vragen van eerder dit jaar sprak het college geen oordeel uit over de wenselijkheid te komen tot een lokaal verbod op de verkoop van levende dieren op markten. Wij zijn benieuwd of het college het Amsterdamse voorbeeld volgt of de verkoop van levende dieren zoals kreeften en krabben op markten wil handhaven, met inachtneming van het aangetoonde dierenleed dat daaruit voortvloeit.

10. Bent u bereid het Amsterdamse voorbeeld te volgen en de verkoop van levende dieren op markten te verbieden? Indien ja, kunt u een stappenplan schetsen over de te volgen procedures om te komen tot een dergelijk verbod?

Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.

[1] https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/10282942/1/21bb7383

[2] https://www.amsterdam.nl/ondernemen/markt-straathandel/inspraak-wijziging-marktverordening/inspraak-verbod-verkoop-bont-levende/

[3] https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR396119/1

Indiendatum: 1 nov. 2021
Antwoorddatum: 21 dec. 2021

Klik hier voor de beantwoording van het college van burgemeester en wethouders op de website van de gemeenteraad van Rotterdam.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Raadsvragen: Geconfisqueerd huisje Woonopstand

Lees verder

Raadsvragen: Manifest Bouwen voor Natuur

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer