Raadsvragen: Bouwkundige voorschriften drijvende boerderijen
Indiendatum: 16 nov. 2020
Geacht college,
Gisteren bereikte ons het nieuws[1] dat er een kalfje van de Floating Farm aan de Gustoweg 10 op die dag door een hekwerk is gebroken en in het water is beland. Gelukkig is het kalfje niet verdronken, maar zonder adequaat ingrijpen van omstanders zou dat wel degelijk gebeurd zijn.
Koeien en kalveren breken wel vaker door omheiningen. Logisch, ze snakken naar vrijheid. Maar waar het doorbreken van hekwerken en andere afscheidingen op het boerenland niet een onmiddellijk gevaar voor koeien en kalveren betekent, is dat wél het geval als deze dieren op het water worden gehouden. De Floating Farm dobbert op het water van de Merwehaven.
Op 27 juli 2017 heeft het college een omgevingsvergunning met beperkte milieutoets verleend aan de initiatiefnemer van de Floating Farm[2]. Vooralsnog is dit de enige omgevingsvergunning die wij hebben kunnen vinden die verband houdt met de realisering van deze drijvende boerderij. Andere verleende vergunningen behelzen de realisering van een informatiecentrum aan de kade of toestemming van de rijksoverheid om stoffen te lozen in het water van de Merwehaven.
1. Heeft u in de door u verleende omgevingsvergunning met beperkte milieutoets bouwkundige voorschriften opgenomen met betrekking tot de veiligheid voor de koeien en kalveren die op de Floating Farm worden gehouden? Indien ja, welke regels en/of voorwaarden? Indien nee, waarom niet? Indien nee, is het opnemen van bouwkundige voorschriften ten aanzien van de constructie in een omgevingsvergunning met beperkte milieutoets juridisch en technisch mogelijk?
2. Waar en op welke wijze heeft u bouwkundige maatregelen voorgeschreven aan de initiatiefnemers van de Floating Farm om de veiligheid van de koeien en kalveren te waarborgen? En waar kunnen we deze voorschriften terugvinden?
3. Vindt u dat uw bouwkundige voorschriften met betrekking tot de veiligheid van koeien en kalveren op de Floating Farm afdoende zijn gebleken, gezien het incident met het kalfje op 12 november jongstleden? Indien ja, waarom? Indien nee, wat gaat u doen aan deze tekortkoming?
4. Bent u door voornoemd incident het houden van dieren op water anders gaan beschouwen? Indien nee, waarom niet? Indien nee, welke garanties heeft u dat een dergelijk incident niet weer gebeurt?
5. Hoe kan het volgens u dat een kalfje van de Floating Farm door hekwerk breekt, in de wetenschap dat de initiatiefnemers bewust het risico nemen dieren op water te houden en u bewust het risico neemt deze vorm van veehouderij te faciliteren?
Het Bouwbesluit 2012[3] bevat regels met betrekking tot het bouwen en gebruiken van bouwwerken. Hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit 2012 ziet toe op de veiligheid van bouwwerken. Op een eerdere vraag van onze kant over controle op de naleving van het Bouwbesluit 2012 door de gemeente Rotterdam, antwoordde[4] het college dat de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente dit doet. Verder stelde het college:
“De afdeling Bouw- en Woningtoezicht (BWT) heeft - naast vergunningverlening - onder meer tot taak het wettelijk toezicht houden op de staat en het gebruik van alle gebouwen in de stad, als bijdrage aan een aantrekkelijk Rotterdam (het einddoel).”
6. Welk oordeel is de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente toegedaan over de staat en het gebruik van de Floating Farm aan de Gustoweg 10? Zijn er rapporten of bevindingen voorhanden die u bereid bent te delen met de Raad?
7. Stelt de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente dat het Bouwbesluit 2012 is nageleefd bij de realisering van de Floating Farm?
8. Weet u er of aanvullend op het Bouwbesluit 2012 door het Rijk voor drijvende boerderijen aanvullende bouwkundige maatregelen worden voorgeschreven, gezien het gevaar voor dierveiligheid dat deze met zich meebrengen? Indien ja, welke bouwkundige maatregelen?
Vaak krijgen wij op ons verzoek voor meer en beter dierenwelzijn in Rotterdam van het college te horen dat regels hiervoor reeds goed geborgd zijn in landelijk beleid. En dat het college niet bereid is bovenwettelijke interventies te plegen waar het dierenwelzijn betreft. Wij willen weten hoe landelijke inspecties denken over dit incident en wat de consequenties zijn voor wat betreft het houden van dieren op water.
9. Weet u of een landelijke inspectie (zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) onderzoek gaat doen naar het incident met het kalfje? Indien nee, bent u als belangenbehartiger van alle dieren in Rotterdam bereid deze casus bij de inspectie aan te dragen? Indien ja, bent u bereid de Raad te informeren over de uitkomsten van het onderzoek?
10. Bent u bereid bij het Rijk kenbaar te maken dat het houden van dieren op water omgeven is door risico’s op het gebied van dierveiligheid en om die reden verboden moet worden? Indien nee, waarom niet?
Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.
[1] https://www.rijnmond.nl/nieuws/201039/Kalfje-van-drijvende-boerderij-belandt-in-het-water-twee-mensen-springen-erachteraan
[2] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-131090.html
[3] https://wetten.overheid.nl/BWBR0030461/2020-10-01
[4] https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/7411467/1/s19bb012316_5_56557_tds
Indiendatum:
16 nov. 2020
Antwoorddatum: 15 dec. 2020
Klik hier voor de beantwoording van het college van burgemeester en wethouders op de website van de gemeenteraad van Rotterdam.
Interessant voor jou
Raadsvragen: Postkantoor aan de Coolsingel
Lees verderRaadsvragen: Invloed filantropie op college
Lees verder