Raadsvragen: Vervolgvragen beslissingsbevoegdheid directeur-bestuurder a.i. Diergaarde Blijdorp
Indiendatum: mei 2018
Geacht college,
Op 2 januari 2018 stelde de gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren raadsvragen over de beslissingsbevoegdheid van de voormalig waarnemend bestuurder van Diergaarde Blijdorp. Wij hebben de beantwoording van onze vragen in goede orde ontvangen (kenmerk 18bb549). Met deze nieuwe raadsvragen reageren wij op de beantwoording, omdat die naar onze stellige mening incorrect is.
In de statuten [1] van Stichting Koninklijke Diergaarde Blijdorp staat het volgende:
“De bestuursleden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het gemeentebestuur (...)”.
In antwoord op vraag 2 van 2 januari d.d. geeft het college in eerste instantie aan dat zij de waarnemend directeur-bestuurder heeft benoemd. Maar voorts stelt het college dat zij de benoeming slechts heeft bekrachtigd nadat deze persoon door de Raad van Toezicht (RvT) is voorgedragen als waarnemend directeur-bestuurder. In de verdere beantwoording van voornoemde vraag stelt het college dat zij geen privaatrechtelijke relaties aangaat.
1. Hoe zit het nu? Heeft u de voormalig waarnemend bestuurder-directeur van Diergaarde Blijdorp wel of niet benoemd?
Volgens de statuten van Stichting Koninklijke Diergaarde Blijdorp kan de RvT slechts een kandidaat voordragen (i.e. niet benoemen) en is dit orgaan niet bevoegd om een privaatrechtelijke overeenkomst met personen te sluiten die de beslissingsbevoegdheid van een directeur zullen hebben. Wij concluderen aldus dat het college een niet-rechtsgeldige benoeming van de RvT heeft bekrachtigd. Dit strookt niet met wat de statuten voorschrijven.
2. Deelt u deze conclusie? Indien nee, waarom niet? Indien ja, wat gaat u doen om in overeenstemming met de statuten te handelen?
[1] https://www.diergaardeblijdorp.nl/wp-content/uploads/2014/10/Statuten-Stg-Kon-Rdamse-Diergaarde-2013.pdf
1. Hoe zit het nu? Heeft u de voormalig waarnemend bestuurder-directeur van Diergaarde Blijdorp wel of niet benoemd?
"Ons besluit van 28 juni 2016 hield in dat we de benoeming van de waarnemend bestuurder-directeur hebben bekrachtigd. In onze overwegingen bij dit besluit hebben wij verwezen naar her door de vragensteller genoemde artikel 6 lid 8 in de statuten van de Stichting Koninklijke Rotterdamse Diergaarde, net als in onze berichtgeving hierover aan de Raad van Toezicht van de Diergaarde.
In ons besluit is niet het woord benoemen gebruikt. De reden daarvoor is dat strikt genomen er geen sprake kan zijn van een benoeming in de formele zin, omdat de gemeente geen arbeidsrelatie of opdrachtverleningsrelatie met de waarnemend directeur-bestuurder aangaat. Deze wordt aangegaan door de Raad van Toezicht. Toen de stichting nog het zogenoemde ‘bestuursmodel’ hanteerde, werden bestuursleden door het gemeentebestuur benoemd in hun onbezoldigde functie. Het bestuur op zijn beurt ging een arbeidsovereenkomst aan met een directeur (bezoldigde functie), die de dagelijkse leiding had. Bij het nu van toepassing zijnde Raad van Toezicht-model zou het gemeentebestuur leden van de Raad van Toezicht in hun onbezoldigde functie kunnen benoemen. Het is echter de Raad van Toezicht die vervolgens de directeur-bestuurder (een bezoldigde functie) aanstelt. In die zin past de benoeming van een (waarnemend) directeur-bestuurder door het gemeentebestuur niet in het Raad van Toezicht-model en is ons besluit onverschuldigd of overbodig. Voor de privaatrechtelijke of arbeidsrechtelijke verhouding tussen de (waarnemend) directeur-bestuurder heeft het geen betekenis.
Diergaarde Blijdorp heeft inmiddels een statutenwijziging voorbereid, waarbij de benoeming van de directeur-bestuurder voortaan zal plaatsvinden door de Raad van Toezicht."
2. Deelt u deze conclusie? Indien nee, waarom niet? Indien ja, wat gaat u doen om in overeenstemming met de statuten te handelen?
"Nee, wij delen deze conclusie niet. De Raad van Toezicht kan (en moet) een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aangaan met een directeur-bestuurder (of deze een opdracht verlenen). Deze komt namelijk in een gezagsverhouding (een arbeidsjuridische- of opdrachtnemersrelatie) te staan met de Raad van Toezicht. In artikel 6, lid 6 is dan ook bepaald dat de vaststelling van het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van de (directeur-) bestuurder geschiedt door de Raad van Toezicht. De directeur-bestuurder was derhalve op datum van indiensttreding bevoegd."
Interessant voor jou
Raadsvragen: Opknapbeurt Het Park door private partij
Lees verderRed de insecten in Rotterdam en regio
Lees verder