SV: Voorgenomen samenwerking Wereldmuseum en Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW)
Indiendatum: okt. 2016
Het college heeft in een brief aan de Raad van 6 september jongstleden (kenmerk 16bb6662) een verregaande samenwerking voorgesteld tussen het Wereldmuseum in Rotterdam en het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW) in de cultuurplanperiode 2017-2020.
De Partij voor de Dieren heeft altijd gezegd: zoek geen praktische maar een inhoudelijke oplossing. Wij zijn voorstander van een gelijkwaardig partnerschap in de eventuele samenwerking met het NMVW met een gedegen borging van het Rotterdamse profiel met betrekking tot inhoudelijk beleid, onderzoek, tentoonstellingen, collectievorming en een eigen presentatiebudget. De gemeente Rotterdam financiert het Wereldmuseum immers met twintig miljoen gemeentelijke subsidie tijdens voornoemde cultuurplanperiode en is tevens eigenaar van de collectie.
In de brief schrijft het college dat het NMVW beschikt over grote inhoudelijke kennis. Wij willen daar meer over weten, aangezien het sterk verband houdt met het zoeken naar een inhoudelijke oplossing voor de problemen bij het Wereldmuseum. Daarom stellen wij u de volgende vragen:
1. Wie is er thans verantwoordelijk voor het inhoudelijke beleid bij het NMVW?
2. Heeft het NMVW een inhoudelijk directeur (lees: hoofdconservator)? Indien nee, weet het college waarom niet? En sinds wanneer niet?
3. Is het NMVW van plan een inhoudelijk directeur aan te stellen? Indien ja, weet het college vanaf wanneer?
4. Is het college het met ons eens dat er geen sprake kan zijn van een kwalitatief goed inhoudelijk programma als er geen inhoudelijk directeur is? Indien nee, waarom niet?
Ons bereiken signalen dat er een groot verloop van personeel is bij de inhoudelijke staf van het NMVW. In een artikel ('Geplaagd museum komt in een gespreid bedje”) in Trouw van 8 september jongstleden zegt de algemeen directeur van het NMVW dat het museum beschikt over 14 conservatoren.
5. Klopt het dat er momenteel 14 conservatoren (dus geen tentoonstellingsmakers) in functie zijn bij het NMVW? Indien nee, hoe is de kennis van het college in dezen te rijmen met de uitspraak van de algemeen directeur in voornoemd artikel?
6. Hoeveel conservatoren zijn er in dienst bij het NMVW? Gelieve niet de tentoonstellingsmakers op te nemen in dit aantal.
7. Hoeveel tentoonstellingsmakers (lees: curatoren) heeft het NMVW in dienst?
8. Kan het college de gemeenteraad een organogram van de organisatie van het NMVW doen toekomen? Indien nee, waarom niet?
9. Hoe gaat het college het inhoudelijke Rotterdamse profiel borgen in deze samenwerking?
10. Komt er voor het Wereldmuseum een aparte inhoudelijk directeur om het Rotterdamse profiel te borgen? Indien nee, waarom niet?
In de brief schrijft het college dat het zelfstandig verder gaan van het Wereldmuseum “structureel aanmerkelijk duurder is” dan het samenwerkingsverband tussen het Wereldmuseum en het NMVW. In de commissievergadering van de commissie ZOCS van 5 oktober jongstleden gaf de wethouder toe, na aandringen van de Partij voor de Dieren, dat het college nooit een financiële berekening heeft gemaakt naar het scenario van zelfstandig verder gaan.
11. Waarom heeft het college geen financiële berekening gemaakt van het zelfstandig verder gaan van het Wereldmuseum?
12. Is het college bereid alsnog een financiële berekening te maken van het zelfstandig verder gaan van het Wereldmuseum? Indien ja, hoeveel geld bespaart het college in de samenwerking met het NMVW in vergelijking met het zelfstandig verder gaan van het Wereldmuseum?
De Partij voor de Dieren is het college erkentelijk als zij de vragen beantwoordt vóórdat verdere beraadslaging over het Cultuurplan plaatsvindt. Wij hebben ook nog vele openstaande vragen over de statuten, governance, arbeidsvoorwaarden, huisvesting, derde geldstromen (e.g. horeca) en de financiële en overige risico's die samenwerking tussen het Wereldmuseum en het NMVW met zich meebrengt. Het college heeft toegezegd deze informatie te verstrekken vóór 1 november 2016 (zie kenmerk 16bb7712). Wij wachten deze toezegging af.
Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.
Indiendatum:
okt. 2016
Antwoorddatum: 8 nov. 2016
Op 18 oktober 2016 stelde J.D. van der Lee (Partij voor de Dieren) ons schríftelijke vragen over de Voorgenomen samenwerking Wereldmuseum en Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW).
Inleidend wordt gesteld:
“Het college heeft in een brief aan de Raad van 6 september jongstleden (kenmerk 16bb6662) een verregaande samenwerking voorgesteld tussen het Wereldmuseum in Rotterdam en het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW) in de cultuurplanperiode 2017-2020. De Partij voor de Dieren heeft altijd gezegd: zoek geen praktische maar een inhoudelijke oplossing. Wij zijn voorstander van een gelijkwaardig partnerschap in de eventuele samenwerking met het NMVW met een gedegen borging van het Rotterdamse profiel met betrekking tot inhoudelijk beleid, onderzoek, tentoonstellingen, collectievorming en een eigen presentatiebudget. De gemeente Rotterdam financiert het Wereldmuseum immers met twintig miljoen gemeentelijke subsidie tijdens voornoemde cultuurplanperiode en is tevens eigenaar van de collectie.
In de brief schrijft het college dat het NMVW beschikt over grote inhoudelijke kennis. Wij willen daar meer over weten, aangezien het sterk verband houdt met het zoeken naar een inhoudelijke oplossing voor de problemen bij het Wereldmuseum. ”
Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording:
Vraag 1:
Wie is er thans verantwoordelijk voor het inhoudelijke beleid bij het NMVW?
Antwoord:
De algemeen directeur van het Nationaal Museum van Wereldculturen is verantwoordelijk voor het inhoudelijke beleid.
Vraag 2:
Heeft het NMVW een inhoudelijk directeur (lees: hoofdconservator)? Indien nee, weet het college waarom niet? En sinds wanneer niet?
Antwoord:
Het NMVW heeft geen inhoudelijk directeur, maar wel een hoofdconservator. Het museum heeft een éénhoofdige directie, ondersteund door een managementteam met daarin een hoofd Conservatoren, een hoofd Collectiebeheer en een hoofd Research Center for Material Culture.
Vraag 3:
Is het NMVW van plan een inhoudelijk directeur aan te stellen? Indien ja, weet het college vanaf wanneer?
Antwoord:
Dat is volgens ons primair een zaak van het NMVW zelf. We merken hierbij op dat een inhoudelijk directeur niet noodzakelijk is voor het leveren van artistieke (inhoudelijke) kwaliteit. Veel musea hanteren een model van een algemeen directeur, die ondersteund wordt door een inhoudelijke staf van conservatoren, onderzoekers en tentoonstellingsmakers. In de samenwerking met het NMvW komt inhoudelijke kennis en
expertise voor het Wereldmuseum beschikbaar. Zie ook ons antwoord op vraag 2.
Vraag 4:
Is het college het met ons eens dat er geen sprake kan zijn van een kwalitatief goed inhoudelijk programma als er geen inhoudelijk directeur is? Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee. Wij hebben alle vertrouwen in de hoge inhoudelijke kwaliteit van het NMVW en de meerwaarde die dat voor de samenwerking met het Wereldmuseum kan hebben. Het NMVW wordt door het Ministerie van OC&W en de Raad voor Cultuur erkend als hét nationale museum van het volkenkundig domein in Nederland, op basis van hun decennialange professionele beheer van de rijkscollectie. Het NMVW hecht veel waarde aan wetenschappelijk onderzoek dat door haar onderzoekers wordt verricht en sinds de fusie is gebundeld in het Research Centre for Material Culture (RCMC); het eerste in zijn soort in Europa en met researchfellows uit diverse delen van de wereld. De kwaliteit van het meerjarenplan 2017-2020 van het NMVW is onlangs door de Raad voor Cultuur lovend beoordeeld.
Vervolgens wordt gesteld:
“Ons bereiken signalen dat er een groot verloop van personeel is bij de inhoudelijke staf van het NMVW. In een artikel (“Geplaagd museum komt in een gespreid bedje”) in Trouw van 8 september jongstleden zegt de algemeen directeur van het NMVW dat het museum beschikt over 14 conservatoren.”
Vraag 5:
Klopt het dat er momenteel 14 conservatoren (dus geen tentoonstellingsmakers) in functie zijn bij het NMVW? Indien nee, hoe is de kennis van het college in dezen te rijmen met de uitspraak van de algemeen directeur in voornoemd artikel?
Antwoord:
Het NMVW is een instelling die door het rijk gefinancierd wordt en onder de governance en subsidieregelgeving van het Rijk valt. Voor ons college is van belang dat een instelling kwaliteit levert, hoe en met hoeveel mensen het NMVW dit intern organiseert is een zaak van de instelling zelf.
Vraag 6:
Hoeveel conservatoren zijn er in dienst bij het NMVW? Gelieve met de tentoonstellingsmakers op te nemen in dit aantal.
Antwoord:
Zoals opgemerkt bij het antwoord op vraag 5 is ons college van mening dat een instelling kwaliteit levert, en hoe deze instelling dit intern organiseert een aangelegenheid van het museum zelf is.
Vraag 7:
Hoeveel tentoonstellingsmakers (lees: curatoren) heeft het NMVW in dienst?
Antwoord:
Zie onze beantwoording op vraag 5 en 6.
Vraag 8:
Kan het college de gemeenteraad een organogram van de organisatie van het NMVW doen toekomen?
Antwoord:
Wij zijn op de hoogte van de organisatiestructuur van het NMVW. Het museum werkt, zoals ook bij de beantwoording van vraag 2 al aangegeven, met een éénhoofdige directeur/bestuurder, aan wie een aantal afdelingshoofden rapporteren. Dit managementteam bestaat uit het hoofd Bedrijfsvoering, hoofd Programma en Educatie, hoofd Projectbureau, hoofd Tentoonstellingen, hoofd Strategie en Innovatie, hoofd
Marketing en Sales, hoofd Collectiebeheer, hoofd Conservatoren en hoofd Research Center for Material Culture. Wij zijn van mening dat de instelling hiermee op het hoogste managementniveau van het NMVW een goede balans heeft tussen inhoudelijke functies (onderzoek, conservatoren, collectiebeheer, tentoonstellingen, educatie) respectievelijk zakelijke functies (marketing) en bedrijfsvoering (bedrijfsvoering, projectbureau).
Vraag 9:
Hoe gaat het college het inhoudelijke Rotterdamse profiel borgen in deze samenwerking?
Antwoord:
Het Wereldmuseum blijft een Rotterdamse stichting, gefinancierd door de gemeente Rotterdam. Ook blijft de gemeente Rotterdam eigenaar van de collectie. De inhoudelijke plannen van beide musea staan beschreven in het eerder aan u toegestuurde plan Het Nieuwe Wereldmuseum -Rotterdamse impact, Nationale kwaliteit, Internationale allure. Het Wereldmuseum krijgt de komende periode een nieuwe opzet, waardoor de museale functie weer voorop komt te staan. Een aantal specifieke uitgangspunten waardoor het Rotterdams profiel volgens ons college geborgd zal zijn;
- Het creëren van een ruime nieuwe Rotterdamse educatieve ruimte;
- Dit educatief programma is afgestemd op de stad, krijgt dus een Rotterdamsen invulling;
- Veranderingen in de vaste opstelling zodat de Rotterdamse collectie meer aandacht krijgt;
- Daarbij zal Rotterdamse thematiek gebruikt worden die relevant is voor de stad en Rotterdammers;
- Rotterdammers zullen actief betrokken worden bij de invulling daarvan.
- Het museum wil ook actiever zijn in de stad, waarbij zij wil samenwerken met doelgroepen en culturele instellingen;
- Voor deze ambities zal binnen de Stichting Wereldmuseum personeel worden aangetrokken met als standplaats Rotterdam.
Vraag 10:
Komt er voor het Wereldmuseum een aparte inhoudelijk directeur om het Rotterdamse profiel te borgen? Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
Bij de beantwoording van vraag drie hebben we al aangegeven hoe de organisatie in elkaar zit en dat het niet ongewoon is dat een museum werkt met een algemeen directeur die ondersteund wordt door een inhoudelijke staf. Belangrijk voor ons is dat de inhoudelijke expertise van het NMVW in de voorgenomen samenwerking beschikbaar komt voor het Wereldmuseum, die deze expertise zelf niet meer in huis had.
Voorts wordt gesteld:
“In de brief schrijft het college dat het zelfstandig verder gaan van het Wereldmuseum “structureel” aanmerkelijk duurder is”dan het samenwerkingsverband tussen het Wereldmuseum en het NMVW. In de commissievergadering van de commissie ZOCS van 5 oktober jongstleden gaf de wethouder toe, na aandringen van de Partij voorde Dieren, dat het college nooit een financiële berekening heeft gemaakt naar het scenario van zelfstandig verder gaan. ”
Vraag 11:
Waarom heeft het college geen financiële berekening gemaakt van het zelfstandig verder gaan van het Wereldmuseum?
Antwoord:
De aanvraag die gedaan is door het Wereldmuseum voor opname !n het cultuurplan 2017-2020 is beschouwd als het bedrag (C 22,8 mln) dat nodig zou zijn om het Wereldmuseum zelfstandig verder te laten gaan. Belangrijker in de overweging om met MNVW samen te werken zijn de inhoudelijke overwegingen om een kwalitatief hoogwaardig museum te hebben in de toekomst waarbij expertise wordt benut maar ook ruimte is voor het Rotterdamse profiel.
Vraag 12:
Is het college bereid alsnog een financiële berekening te maken van het zelfstandig verder gaan van het Wereldmuseum? Indien ja, hoeveel geld bespaart het college in de samenwerking met het NMVW in vergelijking met het zelfstandig verder gaan van het Wereldmuseum?
Antwoord:
Die berekening hoeft niet meer gemaakt te worden, omdat deze is afgezet tegen de ingediende meerjarenbegroting 2017-2020 van het WM in voorjaar 2016. Die ging uit van een subsidiebedrag van C 5,7 miljoen per jaar voor een zelfstandig verdergaan van het museum. Bij deze € 5,7 mln. hoorde echter een lager ambitieniveau. Zo was het maatschappelijke programma niet in de aanvraag opgenomen, en zou het Wereldmuseum ook niet beschikken over de kwaliteit en omvang die nu door de samenwerking met het NMVW ingezet kan worden op het gebied van kennis van de collectie. De samenwerking met het NMVW levert dus door schaal-, kwaliteits- en efficiencyvoordelen een significant voordeel op.
Tot slot wordt gesteld:
“De partij voor de Dieren is het college erkentelijk als zij de vragen beantwoordt vóórdat verdere beraadslaging over het Cultuurplan plaatsvindt. Wij hebben ook nog vele openstaande vragen over de staturen, governance, arbeidsvoorwaarden, huisvesting, derde geldstromen (e.g. horeca) en de financiële en overige risico’s die samenwerking tussen het Wereldmuseum en het NMVW met zich meebrengt. Het college heeft toegezegd deze informatie te verstrekken vóór 1 november 2016 (zie kenmerk 16bb7712). Wij wachten deze toezegging af.”
Interessant voor jou
SV: Vissterfte in het Museumpark
Lees verderSV: Zeezwaaien
Lees verder