SV: Vermeende meeuwenoverlast in de haven
Indiendatum: aug. 2016
Volgens ondernemersvereniging Deltalinqs wordt de Rotterdamse haven geteisterd door meeuwen. In een artikel in het AD Rotterdams dagblad van 12 augustus jongstleden valt op te maken dat de vereniging een robotvalk wil inzetten om de meeuwen te verdrijven van installaties, opslagtanks en bedrijfsgebouwen, ook om werknemers in het havengebied te beschermen tegen aanvallen van de meeuwen.
1. Stelt het college dat meeuwen overlast veroorzaken in het Rotterdamse havengebied? Indien ja en indien voorradig, is het college bereid de Raad een overzicht te doen toekomen van:
- De schade (uitgedrukt in €€€) die meeuwen de afgelopen vijf jaar hebben veroorzaakt;
- Het aantal geregistreerde aanvallen van meeuwen op werknemers in de afgelopen vijf jaar?
2. Welke meeuwensoorten veroorzaken volgens het college de vermeende overlast, indien zij stelt dat overlast voorkomt?
Het huidige palet aan maatregelen (verjagen met honden, het onder water zetten van percelen, gebruik van netten) schijnt niet te werken. De robotvalk is het nieuwste speeltje van Deltalinqs om vermeende meeuwenoverlast een halt toe te roepen. Het doel is om de meeuwen te verdrijven naar de kust en duingebieden.
3. Weet het college waarom het huidige palet aan maatregelen niet heeft gewerkt?
4. Denkt het college dat de robotvalk effectief zal blijken in het tegengaan van meeuwenoverlast in de Rotterdamse haven? Indien ja, waarom?
5. Denkt het college dat de meeuwen daadwerkelijk hun heil zullen zoeken aan de kust en in duingebieden, en bijvoorbeeld niet in bewoond gebied? Indien ja, waarom?
6. Zijn omliggende gemeenten zoals Vlaardingen, Maassluis, Westland, Oost-Voorne, Brielle en Nissewaard volgens het college geraadpleegd in het voornemen van Deltalinqs de meeuwen te verdrijven uit het havengebied? Indien ja, staan deze gemeenten positief tegenover de plannen? Indien nee, acht het college het opportuun deze gemeenten te raadplegen over de vernieuwde aanpak van vermeende meeuwenoverlast?
7. Weet het college of de Dierenbescherming Rijnmond of Bureau Stadsnatuur Rotterdam zijn geraadpleegd in het voornemen van Deltalinqs de meeuwen te verdrijven uit het havengebied? Indien ja, staan deze gemeenten positief tegenover de plannen? Indien nee, acht het college het opportuun deze organisaties te raadplegen over de vernieuwde aanpak van vermeende meeuwenoverlast?
De gemeente Rotterdam is grootaandeelhouder van het Havenbedrijf Rotterdam (HbR). Het HbR vergunt percelen aan bedrijven die zich in de Rotterdamse haven willen vestigen.
8. Hoe wordt vermeende overlast van meeuwen besproken tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van het HbR?
9. Draagt het HbR volgens het college in enige vorm bij aan de aanpak van vermeende meeuwenoverlast, bijvoorbeeld door manuren, apparatuur of geld beschikbaar te stellen? Indien ja, is het leveren van een bijdrage bespreekbaar /amendeerbaar tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering?
10. Heeft het college zicht op de uitgaven van het tegengaan van vermeende meeuwenoverlast? Indien ja, wat is er de afgelopen vijf jaar jaarlijks uitgegeven aan het tegengaan van overlast? Indien nee, waarom niet?
11. Over welke middelen beschikt het HbR om voor bedrijven huisregels op te stellen over het nemen van maatregelen ten behoeve van de aanpak van vermeende meeuwenoverlast?
De gemeente Rotterdam beschikt over een Nota dierenwelzijn. In de nota wordt alleen gesproken over de aanwezigheid van meeuwen in bewoond gebied, zich derhalve richting op het niet voeren van meeuwen om zo vermeende overlast tegen te gaan. Vermeende overlast van meeuwen in de haven blijft onvermeld.
12. Acht het college het zinvol in de Nota dierenwelzijn een paragraaf te wijden aan het tegengaan van vermeende meeuwenoverlast in de haven, om zo te beschikken over beleid als vermeende overlast ter sprake komt? Indien nee, waarom niet?
Meeuwen horen thuis in de haven. Ze waren er ook het eerst, nog voordat natuurgebied De Beer werd omgeploegd voor industriële activiteiten. Het is dus ook niet gek dat meeuwen broeden, foerageren en rondvliegen in het havengebied. Wel is het gek dat dit als overlastgevend wordt ervaren. De natuur is veerkrachtig en laat zich niet zomaar wegpesten.
13. Vindt het college dat meeuwen thuis horen in het havengebied? Indien nee, hoe verklaart zij de aanhoudende aanwezigheid van de meeuwen?
14. Stelt het college dat de haven (alsnog) geschikt kan worden gemaakt als leefgebied voor meeuwen, bijvoorbeeld door een meeuwenreservaat aan te leggen op de Eerste of Tweede Maasvlakte? Indien ja, hoe gaat zij zich hier voor inzetten? Indien nee, waarom niet?
De Splitsingsdam die de Nieuwe Waterweg scheidt van het Calandkanaal geldt als belangrijk rustgebied voor meeuwen. Door verbreding van het Breeddiep – op voorspraak van het HbR – gaat er een aanzienlijk deel van de Splitsingsdam verloren, waardoor meeuwen hun rustgebied zullen verplaatsen naar de bedrijventerreinen in de haven. Compensatie van het verlies van het rustgebied voor meeuwen als gevolg van de verbreding van het Breeddiep zal vermeende meeuwenoverlast doen afnemen.
15. Is het college bereid het HbR aan te sporen verlies van het rustgebied voor meeuwen op de Splitsingsdam te compenseren met een nieuw rustgebied elders in de haven? Indien nee, waarom niet?
Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.
Indiendatum:
aug. 2016
Antwoorddatum: 6 okt. 2016
Op 26 augustus 2016 stelde J.D. van der Lee-van der Haagen (Partij voor de Dieren)ons schríftelijke vragen over Vermeende overlast van meeuwen in de haven
Inleidend wordt gesteld:
“Volgens ondernemersvereniging Deltalinqs wordt de Rotterdamse haven geteisterd door meeuwen. In een artikel in het AD Rotterdams dagblad van 12 augustus jongstleden valt op te maken dat de vereniging een robotvalk wil inzetten om de meeuwen te verdrijven van installaties, opslagtanks en bedrijfsgebouwen, ook om werknemers in het havengebied te beschermen tegen aanvallen van de meeuwen. ”
Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording:
Vraag 1:
Stelt het college dat meeuwen overlast veroorzaken in het Rotterdamse havengebied? Indien ja en indien voorradig, is het college bereid de Raad een overzicht te doen toekomen van:
- De schade (uitgedrukt in CCC) die meeuwen de afgelopen vijfjaar hebben veroorzaakt;
- Het aantal geregistreerde aanvallen van meeuwen op werknemers in de afgelopen vijfjaar?
Antwoord:
Deltalinqs heeft onderzoek gedaan naar ervaren overlast in de vorm van enquêtes onder haar leden. Naast agressief gedrag in de broedperiode is er overlast van de uitwerpselen van meeuwen i.v.m. de geur en de corrosieve werking. Tevens spelen hygiënische aspecten rondom overslag van producten in de voedselketen. Op en nabij terreinen die bestemd zijn voor luchtvaart zijn broedende en rustende meeuwen een risico voor het vliegverkeer.
Uít de enquête van Deltalinqs blijkt niet hoeveel schade er is veroorzaakt door meeuwen. Wel geven bedrijven tot tienduizenden euro’s per jaar uit aan maatregelen om de overlast tegen te gaan.
Er zijn negen geregistreerde aanvallen met lichamelijk letsel als gevolg bekend over de afgelopen 3 jaar. Daarnaast zijn er tientallen bijna-incidenten bekend met schrikreacties tot gevolg.
Vraag 2:
Welke meeuwensoorten veroorzaken volgens het college de vermeende overlast, indien zij stelt dat overlast voorkomt?
Antwoord:
De afgegeven ontheffingen op basis van art. 68 van de Flora- en Faunaweg hebben betrekking op de zilvermeeuw, kleine mantelmeeuw en stormmeeuw.
Voorts wordt gesteld:
“Het huidige palet aan maatregelen (verjagen met honden, het onder water zetten van percelen, gebruik van netten) schijnt niet te werken. De robotvalk is het nieuwste speeltje van Deltalinqs om vermeende meeuwenoverlast een halt toe te roepen. Het doel is om de meeuwen te verdrijven naar de kust en duingebieden. ”
Vraag 3:
Weet het college waarom het huidige palet aan maatregelen niet heeft gewerkt?
Antwoord:
Het college heeft navraag gedaan bij het HbR. Het HbR herkent zich niet in de uitspraken gedaan door Deltalinqs in het artikel in het AD Rotterdams dagblad van 12 augustus 2016 dat broedvrij houden met honden (Pointers), netten en onder water zetten niet werkt. Bij het HbR is geen onderbouwing Dekend van deze uitspraken. Het HbR heeft diverse proeven gedaan met broedvrij-houd middelen. De Pointer is steeds het beste middel gebleken. Het HbR blijft experimenteren met nieuwe en/of aanvullende middelen. In de afgelopen járen zijn lasers getest en deze blijken zeer geschikt als aanvulling op Pointers. Zeker als het donker is. Indien Deltalinqs een proef wil laten uitvoeren m.b.t. het inzetten van de Robotvalk, dan staat het HbR hier op voorhand niet onwelwillend tegenover.
Vraag 4:
Denkt het college dat de robotvalk effectief zal blijken in het tegengaan van meeuwenoverlast in de Rotterdamse haven? Indien ja, waarom?
Antwoord:
Het is moeilijk om hier uitspraak over te doen omdat dit nog niet beproefd is in het havengebied. Mogelijk is de Robotvalk een uitkomst op moeilijk bereikbare plekken. Het nadeel van de Robotvalk is dat hij niet kan worden ingezet bij harde wind en slecht zicht. Daarnaast bestaat er het risico dat er gewenning optreedt waardoor de robotvalk na enige tijd niet meer effectief is.
Vraag 5:
Denkt het college dat de meeuwen daadwerkelijk hun heil zullen zoeken aan de kust en in duingebieden, en bijvoorbeeld met in bewoond gebied? indien ja, waarom?
Antwoord:
Uit het jaarlijkse ring- en verspreidingsonderzoek meeuwen van het HbR, blijkt tot nu toe dat de Rotterdamse meeuwen niet massaal naar het bewoonde gebied en duingebieden trekken om te broeden. Meeuwen zoeken vooral alternatief broedgebied binnen de haven en binnen andere havens.
Vraag 6:
Zijn omliggende gemeenten zoals Vlaardingen, Maassluis, Westland, Oost-Voorne, Nissewaard volgens het college geraadpleegd in het voornemen van Deltalinqs de meeuwen te verdrijven uit het havengebied? Indien ja, staan deze gemeenten positief tegenover de plannen? Indien nee, acht het college het opportuun deze gemeenten te raadplegen over de vernieuwde aanpak van vermeende meeuwenoverlast?
Antwoord:
Dat is bij het college niet bekend. Het college is geen partij in de communicatie tussen Deltalinqs en andere organisaties.
Vraag 7:
Weet het college of de Dierenbescherming Rijnmond of Bureau Stadsnatuur Rotterdam zijn geraadpleegd in het voornemen van Deltalinqs de meeuwen te verdrijven uit het havengebied? Indien ja, staan deze organisaties positief tegenover de plannen? Indien nee, acht het college het opportuun deze organisaties te raadplegen over de vernieuwde aanpak van vermeende meeuwenoverlast?
Antwoord:
We hebben vernomen dat de Dierenbescherming Rijnmond niet is geraadpleegd. Het college is geen partij in de communicatie tussen Deltalinqs en andere organisaties.
Voorts wordt gesteld:
‘De gemeente Rotterdam is grootaandeelhouder van het Havenbedrijf Rotterdam (HbR). Het HbR vergunt percelen aan bedrijven die zich in de Rotterdamse haven willen vestigen. ”
Vraag 8:
Hoe wordt vermeende overlast van meeuwen besproken tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van het HbR?
Antwoord:
Dit is geen agendapunt op de aandeelhoudersvergadering van de gemeente met het HbR. De afstemming tussen Deltalinqs, gemeente, provincie en het HbR over dit onderwerp vindt plaats op andere overlegmomenten door betrokken inhoudsdeskundigen.
Vraag 9:
Draagt het HbR volgens het college in enige vorm bij aan de aanpak van vermeende meeuwenoverlast, bijvoorbeeld door manuren, apparatuur of geld beschikbaar te stellen? Indien ja, is het leveren van een bijdrage bespreekbaar/amendeerbaar tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering?
Antwoord:
Het beleid van het HbR is om meeuwen een plek te bieden binnen het Havengebied. Het HbR probeert hierbij meeuwen te verplaatsen naar locaties waar de kans kleiner is dat ze overlast bieden, zoals bijvoorbeeld het eiland Kleine Beer. Het HbR heeft diverse proeven gedaan met lokmiddelen (onder andere het uitleggen van stro, lokgeluiden, lokmeeuwen). In de praktijk blijkt maaien net voor het broedseizoen en het laten liggen van het maaisel het beste lokmiddel.
Vraag 10:
Heeft het college zicht op de uitgaven van het tegengaan van vermeende meeuwenoverlast? Indien ja, wat is er de afgelopen vijf jaar jaarlijks uitgegeven aan het tegengaan van overlast? Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
Uit de enquête van Deltalinqs is gebleken dat een flinke groep bedrijven jaarlijks tienduizenden euro’s uitgeeft aan het tegengaan van de overlast. De totale kosten bedragen ruim 300.000 euro per jaar.
Vraag 11:
Over welke middelen beschikt het HbR om voor bedrijven huisregels op te stellen over het nemen van maatregelen ten behoeve van de aanpak van vermeende meeuwenoverlast?
Antwoord:
Bedrijven dienen zich te houden aan wet- en regelgeving. Wanneer een bedrijf overlast wil voorkomen door het verplaatsen van eieren, dan dienen zij hiervoor een ontheffingsvergunning aan te vragen bij de provincie Zuid-Holland. Het Faunabeheerplan vormt het beleidskader waarbinnen de provincie toetst of ontheffingen verleend kunnen worden. Het HbR is hierin geen partij.
Voorts wordt gesteld:
“De gemeente Rotterdam beschikt over een Nota dierenwelzijn. In de nota wordt alleen gesproken over de aanwezigheid van meeuwen in bewoond gebied, zich derhalve richting op het niet voeren van meeuwen om zo vermeende overlast tegen te gaan. Vermeende overlast van meeuwen in de haven blijft onvermeld. ”
Vraag 12:
Acht het college het zinvol in de Nota dierenwelzijn een paragraaf te wijden aan het tegengaan van meeuwenoverlast in de haven, om zo te beschikken over beleid als vermeende overlast ter sprake komt? Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
De Nota dierenwelzijn is gericht op het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid. Omdat het havengebied in beheer is bij het HbR en niet bij de gemeente, valt dit gebied buiten het bestek van de nota. Wanneer er een herziening van de nota Dierenwelzijn komt, kan er meer aandacht besteed worden aan meeuwenoverlast in en om de stad, waaronder in de haven, met dien verstande dat de gemeente geen bevoegdheden heeft om het HbR tot een bepaalde aanpak te bewegen. Landelijke regelgeving is hier leidend.
Voorts wordt gesteld:
“Meeuwen horen thuis in de haven. Ze waren er ook het eerst, nog voordat natuurgebied De Beer werd omgeploegd voor industriële activiteiten. Het is dus ook niet gek dat meeuwen broeden, foerageren en rondvliegen in het havengebied. Wel is het gek dat dit als overlastgevend wordt ervaren. De natuur is veerkrachtig en laat zich niet zomaar wegpesten. ”
Vraag 13:
Vindt het college dat meeuwen thuis horen in het havengebied? Indien nee, hoe verklaart zij de aanhoudende aanwezigheid van de meeuwen?
Antwoord:
Het college is van mening dat meeuwen thuishoren in het havengebied.
Vraag 14:
Stelt het college dat de haven (alsnog) geschikt kan worden gemaakt als leefgebied voor meeuwen, bijvoorbeeld door een meeuwenreservaat aan te leggen op de Eerste of Tweede Maasvlakte? Indien ja, hoe gaat zij zich hier voor inzetten? Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
Aan meeuwen wordt reeds een plek geboden binnen het Havengebied. Het HoR probeert hierbij meeuwen te verplaatsen naar locaties waar de kans kleiner is dat ze overlast bieden, zie ook het antwoord opvraag 9.
Voorts wordt gesteld:
“De Splitsingsdam die de Nieuwe Waterweg scheidt van het Calandkanaal geldt als belangrijk rustgebied voor meeuwen. Door verbreding van het Breeddiep (op voorspraak van het HbR) gaat er een aanzienlijk deel van de Splitsingsdam verloren, waardoor meeuwen hun rustgebied zullen verplaatsen naar de bedrijventerreinen in de haven. Compensatie van het verlies van het rustgebied voor meeuwen als gevolg van de
verbreding van het Breeddiep zal vermeende meeuwenoverlast doen afnemen. ”
Vraag 15:
Is het college bereid het HbR aan te sporen verlies van het rustgebied voor meeuwen op de Splitsingsdam te compenseren met een nieuw rustgebied elders in de haven? Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, er zijn voldoende rustgebieden aanwezig elders in de haven waardoor de noodzaak tot compensatie ontbreekt.
Interessant voor jou
SV: Stille reserves, laat je horen
Lees verderSV: De Waarheid kan nooit ver weg zijn
Lees verder