SV: Rooien van bomen langs de A20 en A16
Indiendatum: jan. 2016
Momenteel worden er in opdracht van Rijkswaterstaat bomen gekapt langs de A20 en de A16, respectievelijk in de gebieden Noord en Prins Alexander. In totaal zijn er ruim tweehonderd bomen opgenomen in het rooiplan, in alle waarschijnlijkheid hoofdzakelijk populieren. Via de website van De Bomenridders bereikte ons het bericht dat er onduidelijkheid bestaat over de vergunning voor het rooiplan. Deze zou namelijk niet verleend zijn, ondanks dat er door Rijkswaterstaat volgens De Bomenridders wel degelijk een omgevingsvergunning is aangevraagd.
1. Kan het college bevestigen dat er momenteel wordt gerooid langs de A20 en de A16? Indien ja, op welke locaties gebeurt dit of staat dit te gebeuren?
2. Klopt het dat er door Rijkswaterstaat bij de gemeente een omgevingsvergunning is aangevraagd voor het rooien van bomen langs voornoemde rijkswegen? Indien ja, voor welke bomensoorten is een omgevingsvergunning aangevraagd?
3. Is de aanvraag omgevingsvergunning terug te vinden op de website van de gemeente Rotterdam? Indien ja, waar is deze terug te vinden?
4. Is in navolging van de aanvraag daadwerkelijk een omgevingsvergunning verleend? Indien ja, waar is deze vergunningverlening terug te vinden?
Op de website van de gemeente (onder 'bekendmakingen') hebben wij geen aanvraag omgevingsvergunning kunnen vinden die valt te herleiden tot het rooiplan van Rijkswaterstaat. Wellicht is de aanvraag omgevingsvergunning geweigerd omdat het rooiplan onder nationale wetgeving valt, bijvoorbeeld de Boswet. In het gemeenteblad van het Rijk (op de website 'officiële bekendmakingen') kunnen wij evenwel geen aanvraag of melding in het kader van de Boswet terugvinden. Overigens stelt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) dat Rijkswaterstaat niet verplicht is voor ieder te rooien boom een melding te doen met de Boswet als leidend wettelijk kader. Op haar website1 meldt de RVO:
“Rijkswaterstaat hoeft niet voor iedere te kappen boom een kapmelding te doen. Zij melden per project de kap, herplant en compensatie aan ons en rapporteren jaarlijks over het werkelijk aantal gekapte bomen en de herplant/compensatie.”
5. Is de Boswet van toepassing op het rooiplan van Rijkswaterstaat?
6. Heeft Rijkswaterstaat het college op de hoogte gebracht van het rooiplan? Indien ja, waarom heeft het college deze informatie niet gedeeld met de Raad? Indien nee, vindt het college dit een kwalijke zaak?
7. Geldt er voor het rooiplan een herplantplicht, als bepaling in het rooiplan of anderzijds? Indien ja, waar en wanneer vindt de herplant plaats? Indien nee, waarom niet?
De Bomenridders maken gewag van een zogenoemd boomgezondheidsrapport (VTA-rapport) waarin te lezen valt dat de bomen die voorkomen in het rooiplan van Rijkswaterstaat in slechte staat verkeren, zouden kunnen omvallen en dus een risico vormen voor de verkeersveiligheid en de directe omgeving van de rijkswegen. Wellicht dat dit de onderbouwing vormde voor het rooiplan. Tot op heden hebben wij niet de beschikking over dit rapport. De Bomenridders merken overigens fijntjes op dat de stamomtrek van de bomen in de aanvraag omgevingsvergunning niet groter is dan een meter. Dit zijn dus allesbehalve oude bomen.
8. Heeft het college kennis genomen van een boomgezondheidsrapport dat betrekking heeft op het rooiplan van Rijkswaterstaat? Indien ja, door welke instelling of instantie is het rapport opgesteld? Indien nee, geldt de slechte staat van de bomen volgens het college niettemin als voornaamste onderbouwing van de aanvraag?
9. Hoe verklaart het college dat relatief jonge bomen in een dermate slechte staat verkeren dat ze moeten worden gerooid?
10. Is het college bereid voornoemd rapport te doen toekomen aan de Raad, uiteraard indien voorhanden? Indien nee, waarom niet?
Wij willen net als De Bomenridders weten of door Rijkswaterstaat conform de Flora- en faunawet is gehandeld. De verbodsbepalingen in deze wet beschermen de habitat van beschermde soorten bij het doen van een ruimtelijke ingreep. Door het ontbreken van een vergunning is het voor ons evenwel niet duidelijk of de bescherming van flora en fauna afdoende is geborgd in het rooiplan. Zo zouden zich jaarrond beschermde vogelsoorten of vleermuizen kunnen hebben genesteld in de bomen die zijn gerooid of dat lot nog beschoren zijn. Waarnemingen op Gisweb van in ieder geval een buizerd en een sperwer op de rooilocatie tussen de Hoofdweg en het Lagelandsepad (zie bijgevoegde printscreen) doen vermoeden dat dit ook daadwerkelijk zo is. Ook is het onduidelijk of er zich in de ondergroei beschermde soorten bevinden en of deze door het rooiplan worden aangetast of verstoord.
11. Op welke wijze zijn de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geborgd in de vergunning die door de gemeente is verleend?
12. Zijn er beschermde vogels, vleermuizen, planten of bloemen aangetroffen op de locaties waar het rooiplan van Rijkswaterstaat betrekking op heeft?
Rijkswaterstaat beschikt over de Gedragscode Flora- en faunawet. Door deze – goedgekeurde – gedragscode na te leven wordt in principe voldaan aan de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. De gedragscode zou van toepassing moeten zijn geweest op de aanvraag omgevingsvergunning.
13. Stelt het college dat de Gedragscode Flora- en faunawet van Rijkswaterstaat van toepassing is geweest op de aanvraag omgevingsvergunning? Indien ja, vindt het college dat de gedragscode tijdens de operationele fase van het rooiplan wordt nageleefd?
Rijkswegen vallen onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. Het is ons daarom in meer algemene zin niet duidelijk waar voor gemeenten de verantwoordelijkheid begint en eindigt voor wat betreft het verlenen van een omgevingsvergunning voor het doen van een ruimtelijke ingreep direct in de nabijheid van rijkswegen.
14. Bij welke afstand (in meters) tot rijkswegen wordt onderhoud van de omgeving de verantwoordelijkheid van een andere/hogere overheidslaag? Zijn de beheergrenzen wettelijk vastgelegd?
15. Welke overheidslaag toetst een aanvraag omgevingsvergunning voor het rooien van bomen langs snelwegen als de aanvraag door het Rijk (in casu: Rijkswaterstaat) wordt ingediend en onderhoud van de omgeving onder de verantwoordelijkheid van het Rijk valt?
Indiendatum:
jan. 2016
Antwoorddatum: 26 jan. 2016
Op 6 januari 2016 stelde J.D. van der Lee-van der Haagen (PvdD) ons schriftelijkevragen over Rooien van bomen langs de A20 en A16
Inleidend wordt gesteld:
Momenteel worden er in opdracht van Rijkswaterstaat bomen gekapt langs de A20 en de A16, respectievelijk in de gebieden Noord en Prins Alexander. In totaal zijn er ruim tweehonderd bomen opgenomen in het rooiplan, in alle waarschijnlijkheid hoofdzakelijk populieren. Via de website van De Bomenridders bereikte ons het bericht dat er onduidelijkheid bestaat over de vergunning voor het rooiplan. Deze zou namelijk niet verleend zijn, ondanks dat er door Rijkswaterstaat volgens De Bomenridders wel degelijk een omgevingsvergunning is aangevraagd.
Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording:
Vraag 1:
Kan het college bevestigen dat er momenteel wordt gerooid langs de A20 en de A16? Indien ja, op welke locaties gebeurt dit of staat dit te gebeuren?
Antwoord:
Ja, wij hebben vernomen dat er kap heeft plaatsgevonden op deze locaties. De precieze omvang en locaties zijn ons niet bekend. Zie antwoord op vraag 4.
Vraag 2:
Klopt het dat er door Rijkswaterstaat bij de gemeente een omgevingsvergunning is aangevraagd voor het rooien van bomen langs voornoemde rijkswegen? Indien ja, voor welke bomensoorten is een omgevingsvergunning aangevraagd?
Antwoord:
Ja, voor populieren.
Vraag 3:
Is de aanvraag omgevingsvergunning terug te vinden op de website van de gemeente Rotterdam? Indien ja, waar is deze terug te vinden?
Antwoord:
Ja. Deze aanvraag is gepubliceerd geweest op www.rotterdam.nl/bekendmakingen tussen eind september en de zes weken daarna.
Vraag 4:
Is in navolging van de aanvraag daadwerkelijk een omgevingsvergunning verleend? Indien ja, waar is deze vergunningverlening terug te vinden?
Antwoord:
Nee. De aanvrager heeft de aanvraag ingetrokken nadat bleek dat de aanvraag was ingediend voor zogenaamde "wegbeplanting" die bestaat uit ongeknotte populier. In de APV van Rotterdam staat hierover e.e.a. opgenomen in de 4e alinea van onder de "Toelichting" over Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden. Hier staat onder andere wanneer welke soort bomen op welke afstand vrij zijn van het verbod om zonder omgevingsvergunning te kappen.
Verder wordt inleidend gesteld:
Op de website van de gemeente (onder 'bekendmakingen') hebben wij geen aanvraag omgevingsvergunning kunnen vinden die valt te herleiden tot het rooiplan van Rijkswaterstaat. Wellicht is de aanvraag omgevingsvergunning geweigerd omdat het rooiplan onder nationale wetgeving valt, bijvoorbeeld de Boswet. In het gemeenteblad van het Rijk (op de website 'officiële bekendmakingen') kunnen wij evenwel geen aanvraag of melding in het kader van de Boswet terugvinden. Overigens stelt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) dat Rijkswaterstaat niet verplicht is voor ieder te rooien boom een melding te doen met de Boswet als leidend wettelijk
kader.
Op haar website meldt de RVO:
"Rijkswaterstaat hoeft niet voor iedere te kappen boom een kapmelding te doen. Zij melden per project de kap, herplant en compensatie aan ons en rapporteren jaarlijks over het werkelijk aantal gekapte bomen en de herplant/compensatie."
Vraag 5:
Is de Boswet van toepassing op het rooiplan van Rijkswaterstaat?
Antwoord:
Nee.
Vraag 6:
Heeft Rijkswaterstaat het college op de hoogte gebracht van het rooiplan? Indien ja, waarom heeft het college deze informatie niet gedeeld met de Raad? Indien nee, vindt het college dit een kwalijke zaak?
Antwoord:
We hebben informatie ontvangen door de inmiddels ingetrokken aangevraagde omgevingsvergunning, zie beantwoording vraag 4. Daar de constatering was dat er sprake was van vergunningsvrije kap is de informatie niet gedeeld met de raad.
Vraag 7:
Geldt er voor het rooiplan een herplantplicht, als bepaling in het rooiplan of anderzijds? Indien ja, waar en wanneer vindt de herplant plaats? Indien nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, herplant wordt opgelegd in een verleende vergunning. Zie antwoord op vraag 4.
Verder wordt inleidend gesteld:
De Bomenridders maken gewag van een zogenoemd boomgezondheidsrapport (VTArapport) waarin te lezen valt dat de bomen die voorkomen in het rooiplan van Rijkswaterstaat in slechte staat verkeren, zouden kunnen omvallen en dus een risico vormen voor de verkeersveiligheid en de directe omgeving van de rijkswegen. Wellicht dat dit de onderbouwing vormde voor het rooiplan. Tot op heden hebben wij niet de beschikking over dit rapport. De Bomenridders merken overigens fijntjes op dat de stamomtrek van de bomen in de aanvraag omgevingsvergunning niet groter is dan een meter. Dit zijn dus allesbehalve oude bomen.
Vraag 8:
Heeft het college kennis genomen van een boomgezondheidsrapport dat betrekking heeft op het rooiplan van Rijkswaterstaat? Indien ja, door welke instelling of instantie is het rapport opgesteld? Indien nee, geldt de slechte staat van de bomen volgens het college niettemin als voornaamste onderbouwing van de aanvraag?
Antwoord:
Nee, dit stuk zat niet bij de aanvraag. De onderbouwing voor de aanvraag is in dit geval niet relevant omdat de aanvraag is ingetrokken.
Vraag 9:
Hoe verklaart het college dat relatief jonge bomen in een dermate slechte staat verkeren dat ze moeten worden gerooid?
Antwoord:
De bomen zijn niet in eigendom en beheer bij de gemeente Rotterdam, derhalve hebben wij hiervoor geen verklaring.
Vraag 10:
Is het college bereid voornoemd rapport te doen toekomen aan de Raad, uiteraard indien voorhanden? indien nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, dit is niet voorhanden.
Verder wordt inleidend gesteld:
Wij wilien net als De Bomenridders weten of door Rijkswaterstaat conform de Flora- en faunawet is gehandeld. De verbodsbepalingen in deze wet beschermen de habitat van beschermde soorten bij het doen van een ruimtelijke ingreep. Door het ontbreken van een vergunning is het voor ons evenwel niet duidelijk of de bescherming van flora en fauna afdoende is geborgd in het rooipian. Zo zouden zich jaarrond beschermde vogelsoorten of víeermuizen kunnen hebben genesteld in de bomen die zijn gerooid of dat lot nog beschoren zijn. Waarnemingen op Gisweb van in ieder geval een buizerd en een sperwer op de rooilocatie tussen de Hoofdweg en het Lagelandsepad (zie bijgevoegde printscreen) doen vermoeden dat dit ook daadwerkelijk zo is. Ook is het onduidelijk of er zich in de ondergroei beschermde soorten bevinden en of deze door het rooiplan worden aangetast of verstoord.
Vraag 11:
Op welke wijze zijn de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geborgd in de vergunning die door de gemeente is verleend?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 12:
Zijn er beschermde vogels, vleermuizen, planten of bloemen aangetroffen op de locaties waar het rooiplan van Rijkswaterstaat betrekking op heeft?
Antwoord:
Hiervan zijn wij niet op de hoogte.
Verder wordt inleidend gesteld:
Rijkswaterstaat beschikt over de Gedragscode Flora- en faunawet. Door deze - goedgekeurde - gedragscode na te leven wordt in principe voldaan aan de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. De gedragscode zou van toepassing moeten zijn geweest op de aanvraag omgevingsvergunning.
Vraag 13:
Stelt het college dat de Gedragscode Flora- en faunawet van Rijkswaterstaat van toepassing is geweest op de aanvraag omgevingsvergunning? Indien ja, vindt het college dat de gedragscode tijdens de operationele fase van het rooiplan wordt nageleefd?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 4.
Verder wordt inleidend gesteld:
Rijkswegen vallen onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. Het is ons daarom in meer algemene zin niet duidelijk waar voor gemeenten de verantwoordelijkheid begint en eindigt voor wat betreft het verlenen van een omgevingsvergunning voor het doen van een ruimtelijke ingreep direct in de nabijheid van rijkswegen.
Vraag 14:
Bij welke afstand (in meters) tot rijkswegen wordt onderhoud van de omgeving de verantwoordelijkheid van een andere/hogere overheidslaag? Zijn de beheergrenzen wettelijk vastgelegd?
Antwoord:
Er is geen sprake van een standaard ten aanzien van de verantwoordelijkheid of beheergrenzen. Kadestraal is de eigendomssituatie vastgesteld cq welk areaal staatseigendom is.
Vraag 15:
Welke overheidslaag toetst een aanvraag omgevingsvergunning voor het rooien van bomen langs snelwegen als de aanvraag door het Rijk (in casu: Rijkswaterstaat) wordt ingediend en onderhoud van de omgeving onder de verantwoordelijkheid van het Rijk valt?
Antwoord:
Ten aanzien van deze situatie is de gemeente Rotterdam het bevoegde gezag voor beoordelen van dergelijke aanvragen. Afhankelijk van hetgeen gesteld wordt in de APV en de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht is kap van bomen en/of overige houtopstanden, omgevingsvergunningsplichtig.
Interessant voor jou
SV: Onderzoeksrapport Het Nieuwe Instituut en Governance Code Cultuur
Lees verderSV: Behoud van keramisch tegeltableau voor Rozenburg
Lees verder