Raads­vragen: Recht­ma­tigheid subsidie EK Paar­den­sport


Indiendatum: sep. 2019

Geacht college,

Drie jaar geleden heeft het college een subsidie van €760.000 verstrekt aan de organisator van het evenement 'FEI Championships Jumping, Dressage & Para-Dressage 2019', kortweg EK Paardensport. Dit evenement heeft afgelopen maand plaats gevonden. In een brief [1] aan de Raad stelde het college destijds dat het EK Paardensport zou bijdragen aan vele maatschappelijke doelen, waaronder:

• Het opzetten van een reguliere MBO-opleiding voor paardensport;
• Het opzetten van een leerwerkplaats samen met het Albeda College;
• Samenwerking met partners in de culturele sector, zoals het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Hofplein Theater Rotterdam, de Kunsthal, International Film Festival Rotterdam (IFFR) en Rotterdam Festivals.

Naar aanleiding van een toezegging gedaan in de beraadslaging over hoogwaardige topsportevenementen in de commissie Zorg, Onderwijs, Cultuur en Sport (ZOCS) van 13 februari jongstleden [2], heeft de wethouder verantwoordelijk voor sport meer informatie verschaft over de stand van zaken met betrekking tot het behalen van de maatschappelijke doelen die zijn gekoppeld aan de organisatie van het EK Paardensport. Uit de brief3 van de wethouder aan de commissie blijkt het volgende:

• De reguliere MBO-opleiding paardensport is ondergebracht op een onderwijslocatie in de gemeente Midden-Delfland. Voor het schooljaar 2018/2019 hadden twee (2) Rotterdammers zich voor de opleiding ingeschreven;
• De leerwerkplaats is er niet gekomen. Volgens de organisator van het EK Paardensport bleek het opzetten van een leerwerkplaats (nog) niet haalbaar;
• De samenwerking met het Rotterdams Philharmonisch Orkest is stopgezet. Ook heeft de organisator van het EK Paardensport besloten geen samenwerking aan te gaan met het IFFR. Een tentoonstelling over paarden(sport) in de Kunsthal is niet doorgaan in verband met de hoge kosten.

De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam is bezorgd dat de subsidie verstrekt aan de organisatoren van het EK Paardensport niet juist is besteed. Wij willen daarom de rechtmatigheid van de verstrekte subsidie kunnen toetsen. In dit licht stellen wij u enkele vragen.

1. In welk boekjaar heeft u de subsidie van €760.000 aan de organisator van het EK Paardensport verstrekt?

2. Welke voorwaarden heeft u aan de organisator van het EK Paardensport gesteld bij het verstrekken van de subsidie van €760.000? Kunnen wij de subsidievoorwaarden inzien?

3. Hoe bent u gekomen tot een subsidie van €760.000 aan de organisator van het EK Paardensport? Heeft u deelsommen van dit bedrag toegekend aan onderdelen in de randprogrammering van het EK Paardensport? Indien ja, kunt u laten zien welke bedragen u aan de diverse onderdelen hebt toegekend?

4. Vindt u dat de subsidie van €760.000 aan de organisator van het EK Paardensport goed is besteed, indachtig het ontbreken van een leerwerkplaats bij het Albeda College en het stopzetten dan wel ontbreken van samenwerking met verscheidene partners in de culturele sector? Indien ja, waarom? Indien nee, welke consequenties trekt u hieruit? Indien nee, ziet u een mogelijkheid om een deel van de subsidie terug te vorderen omdat de verwachtingen niet zijn waargemaakt?

5. Stelt u dat (een deel van) de subsidie van €760.000 aan de organisator van het EK Paardensport rechtmatig is geweest? Indien ja, waarom? Indien nee, wat gaat u doen om deze onrechtmatigheid ongedaan te maken?

6. Heeft u er vertrouwen in dat de externe accountant van de gemeente Rotterdam (een deel van) de subsidie van €760.000 aan de organisator van het EK Paardensport als rechtmatig bestempelt? Indien ja, waarom?

De MBO-opleiding paardensport is er gekomen. Maar wij vinden het een vreemde zaak dat er Rotterdams gemeenschapsgeld wordt gestoken in het opzetten van een opleiding in de gemeente Midden-Delfland. Nu blijkt dat er slechts twee Rotterdammers in het schooljaar 2018/2019 gebruik hebben gemaakt van het onderwijsaanbod, ontgaat ons het publieke belang van deze Rotterdamse investering.

7. Vindt u het een goede besteding van gemeenschapsgeld om een opleiding in een andere gemeente op te zetten waar welgeteld twee Rotterdammers gebruik van maken? Indien ja, waarom?

8. Waarom is voornoemde opleiding niet in Rotterdam opgezet?

9. Hebben andere gemeenten meebetaald aan het opzetten van voornoemde opleiding? Indien ja, welke gemeenten?

10. Met hoeveel Rotterdamse deelnemers aan voornoemde opleiding had u vooraf rekening gehouden?

11. Hoe omschrijft u het Rotterdamse belang van het opzetten van een opleiding in een andere gemeente, waar 2 van de 24 deelnemers uit Rotterdam komen?

1 https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/3892341/1

2 https://rotterdam.raadsinformatie.nl/vergadering/586294/Commissie%20Zorg%2C%20Onderwijs%2C%20Cultuur%20en%20Sport%20%282018-2022%29%20%20%20%20%20%20%20%20%2013-02-2019

3 https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/7412650/1

Indiendatum: sep. 2019
Antwoorddatum: 19 nov. 2019

Klik hier voor de beantwoording van het college van burgemeester en wethouders op de website van de gemeenteraad van Rotterdam.