Raadsvragen: Positie van dieren in natuur- en milieueducatie
Indiendatum: 2 sep. 2022
Geacht college,
De gemeente Rotterdam onderschrijft het belang van natuur- en milieueducatie (NME). Door middel van subsidies koopt de gemeente NME in bij private aanbieders.
Zo is op 24 september 2018 Stichting Natuurstad Rotterdam opgericht. Deze stichting exploiteert acht gemeentelijke kinderboerderijen, waarmee de gemeente deze locaties heeft verzelfstandigd. Ook het verzorgen van natuur- en milieueducatie (NME) op de locaties was onderdeel van de verzelfstandiging.
Volgens de inbrengovereenkomst[1] die de overdracht van activa en passiva van de gemeente aan de stichting formaliseert, zijn alle dieren (‘levende have’) overgedragen die ten tijde van de verzelfstandiging op de kinderboerderijen verbleven.
1. Kunt u ons een lijst doen toekomen van de dieren die als onderdeel van de inbrengovereenkomst door de gemeente zijn overgedragen aan Stichting Natuurstad Rotterdam?
Ten tijde van de verzelfstandiging is er behalve een inbrengovereenkomst ook een zogenoemde ontvlechtingsovereenkomst vastgesteld. In deze laatstgenoemde overeenkomst worden afspraken tussen de gemeente en de stichting verduidelijkt. In de overeenkomst staat onder meer het volgende:
“3.4.5 Ontheffing reptielen en amfibieën en levende zeedieren
Ten aanzien van de ontheffingen voor reptielen en amfibieën en levende zeedieren die op de Inbrengdatum nog niet kunnen worden verleend aan Natuurstad zullen de Gemeente en Natuurstad al het nodige doen om de ontheffing voor Natuurstad zo spoedig mogelijk na de Inbrengdatum te bewerkstelligen.”
2. Op welke wet wordt ontheffing verleend?
3. Zijn er na de inbrengdatum (1 januari 2019) ontheffingen verleend?
Er staat ook:
“3.4.6 Dierregistraties
Er is een landelijk digitaal systeem van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin iedere locatie met dieren de aan- en afvoer van dieren registreert in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet.”
4. Zijn de registraties van aan- en afvoer van dieren op de gemeentelijke kinderboerderijen voor het publiek inzichtelijk? Indien ja, waar kunnen wij deze vinden? Indien nee, beschikt u over deze registraties en bent u bereid deze met ons te delen?
Volgens voornoemde inbrengovereenkomst bestaan er twee bestuurlijke relaties, te weten een huurrelatie en een subsidierelatie. Er geldt een huurovereenkomst als privaatrechtelijk instrument om de huurrelatie gestand te doen. Uit de inbrengovereenkomst blijkt dat de zogenoemde NME-accommodaties in eigendom blijven van de gemeente.
5. Wat wordt verstaan onder NME-accommodaties? Zijn dat ook de opstallen die toebehoren aan de kinderboerderijen?
6. Mag Stichting Natuurstad Rotterdam wijzigingen aanbrengen aan NME-accommodaties teneinde een andere huisvestingssituatie te realiseren voor de dieren die in deze accommodaties zijn ondergebracht? Indien nee, waarom niet?
De subsidierelatie aan Stichting Natuurstad Rotterdam ziet op het verstrekken van subsidie door de gemeente aan de stichting waarvoor een prestatie moet worden geleverd. Ten tijde van verzelfstandiging was er voor de jaren 2019 en 2020 een meerjarig prestatiedocument[2] opgesteld, waarin het volgende staat vermeld:
“Het meerjarig prestatiedocument omvat het meerjarige raamwerk voor de jaarlijkse subsidieverlening aan Natuurstad. Hiermee wordt beoogd om vanuit de gemeente een meerjarige continuïteit aan te brengen in de prestatie-indicatoren, voorwaarden, afspraken en de in de meerjarenbegroting opgenomen subsidiebedragen.”
Verder wordt in het meerjarig prestatiedocument voor 2019 en 2020 gesteld dat de looptijd van – vermoedelijk – nieuwe prestatiedocumenten een looptijd kennen van vier jaar en dat er halverwege collegeperioden een nieuw document wordt opgesteld. Thans beschikken wij niet over het vigerende prestatiedocument.
7. Kunnen wij het vigerende meerjarig prestatiedocument ontvangen waarop de jaarlijkse subsidieverlening van de gemeente aan Stichting Natuurstad Rotterdam op dit moment is gebaseerd?
8. Wanneer begint u met het opstellen van een nieuw meerjarig prestatiedocument die halverwege deze collegeperiode van kracht gaat zijn?
We hebben het dierenwelzijnsbeleid (‘Dierenwelzijnsbeleid’[3]) van Stichting Natuurstad Rotterdam van november vorig jaar tot ons genomen. Hierin staat onder meer dat de stichting soms dieren verkoopt aan particulieren. Op het online verkoopplatform Marktplaats – waar bedrijven en particulieren waar kunnen aanbieden – hebben wij diverse advertenties gezien van dieren waarvan wij vermoeden dat ze zijn gehuisvest op de kinderboerderijen van Stichting Natuurstad Rotterdam en door gebruikers van het platform te koop worden aangeboden. Zo is er op dit moment (woensdag 31 augustus jongstleden) gebruiker ‘kraal’ die foto’s gebruikt van dwerggeiten op – zo blijkt uit de achtergrond – kinderboerderij De Kraal aan het Langepad om deze vervolgens te verkopen (zie bijgevoegde schermafbeelding in de bijlage, inclusief verwijzing naar de betreffende webpagina). Een andere gebruiker zet twee toggenburgerlammeren te koop die op 30 april van dit jaar zijn geboren en waar op de facebookwebsite van kinderboerderij De Bokkesprong aan de Tjalklaan naar wordt verwezen (zie eveneens schermafbeeldingen).
9. Wat vindt u ervan dat er dieren van de gemeentelijke kinderboerderijen via een verkoopplatform voor particulieren te koop worden aangeboden?
10. Denkt u dat er via dergelijke verkoopmethoden door Stichting Natuurstad Rotterdam degelijk onderzoek kan worden gedaan naar de motieven van kopers van deze dieren? Indien ja, waarom?
In sommige advertenties staat dat er geen dieren aan handelaren worden verkocht; overigens niet in alle advertenties. In het dierenwelzijnsbeleid van Stichting Natuurstad Rotterdam staat dat er bij verkoop van dieren te allen tijde wordt gewerkt met een standaardverkoopcontract.
11. Weet u of er in het standaardverkoopcontract een kettingbeding is opgenomen die voorkomt dat de verkochte dieren niet alsnog aan een handelaar worden verkocht?
12. Bent u bereid Stichting Natuurstad Rotterdam te verzoeken een exemplaar van het standaardverkoopcontract te delen met de gemeenteraad, zodat zij akte kan nemen van de bepalingen die gelden bij verkoop van dieren van gemeentelijke kinderboerderijen? Indien nee, waarom niet?
In het dierenwelzijnsbeleid van Stichting Natuurstad Rotterdam staat dat dieren soms ook worden verkocht aan handelaren. Het volgende wordt gesteld:
“Soms is het onvermijdelijk dat dieren bij handelaren of in de voedselketen terechtkomen. Natuurstad geeft hiervan jaarlijks een overzicht.”
13. Weet u wanneer het volgens Stichting Natuurstad Rotterdam ‘onvermijdelijk’ is als dieren bij handelaren of in de voedselketen terechtkomen?
14. Deelt u de ‘onvermijdelijkheid’ van de verkoop van dieren op gemeentelijke kinderboerderijen aan handelaren of dat ze in de voedselketen terechtkomen? Indien ja, waarom?
15. Weet u hoe dat in zijn werk gaat, verkoop van dieren aan handelaren? Zijn dat bijvoorbeeld handelaren die in dienst zien van restaurants, slachthuizen of horecagroothandels? Houdt de stichting een lijst bij van handelaren waar ze in het geval van ‘onvermijdelijkheid’ een dier aan kwijt kunnen?
Wij hebben in de jaarverslagen van Stichting Natuurstad Rotterdam van 2021, 2020 en 2019 naar het overzicht gezocht waarop het aantal dieren staat dat aan handelaren is verkocht of in de voedselketen terechtgekomen is. We hebben het niet gevonden. Daarentegen hebben we wél kunnen lezen wat de verkoop van dieren Stichting Natuurstad Rotterdam oplevert: €13.168 (2021); €10.169 (2020); en €11.159 (2019).
16. Beschikt u als subsidieverlener van Stichting Natuurstad Rotterdam over jaarlijkse overzichten van dieren die bij handelaren of in de voedselketen terechtkomen? Indien nee, waarom niet? Indien ja, kunnen wij die overzichten ontvangen?
Sinds 2013 is in de gemeente Rotterdam het vigerende beleidskader over NME van kracht, getiteld “NME heeft de toekomst”. In dit beleidskader staat dierenwelzijn en zorg voor dieren genoemd als een van de doelstellingen van het gemeentelijk NME-beleid.
17. Vindt u dat het huidige dierenwelzijnsbeleid van Stichting Natuurstad Rotterdam overeenkomt met de doelen van het beleidskader over NME uit 2013 waar het dierenwelzijn betreft?
Voor NME-activiteiten kon bij de gemeente in ieder geval in de jaren 2019 en 2020 met aanvragen tot €180.000 aan subsidie worden aangevraagd, blijkt uit de ‘Subsidieregeling natuur- en milieueducatie voor 2019 en 2020’[4]. In de subsidieregeling worden de voorwaarden uiteengezet over wie in aanmerking kan komen voor subsidie en welke doelen met de subsidie moeten worden gerealiseerd. Dit zijn doelen die aanvullend zijn op het bestaande aanbod; zo worden gemeentelijke kinderboerderijen bij voorbaat uitgesloten van deelname aan deze subsidieregeling. Uit de regeling blijkt niet dat er scherpe voorwaarden worden gesteld aan ontvangers van subsidie voor het borgen van dierenwelzijn. In de regeling wordt gesteld dat “in 2020 een nieuw beleidskader NME is voorzien”. Op de webpagina[5] van de gemeente Rotterdam over subsidie voor NME ontbreekt informatie over een subsidieregeling die ziet op jaren ná 2020.
18. Heeft u in de jaren 2019 en 2020 op basis van voornoemde subsidieregeling subsidie verschaft voor NME waarbij dieren worden gebruikt? Indien ja, wie waren de subsidieontvangers?
19. Waren (sommige van) de subsidieontvangers ook uitbaters van locaties waar dieren worden gehouden en waarvoor een registratieverplichting voor de aan- en afvoer van dieren geldt? Indien ja, kunnen wij de registraties inzien?
20. Welke voorwaarden heeft u gesteld aan deze subsidieontvangers waar het borging van dierenwelzijn betreft? Welke voorwaarden heeft u bijvoorbeeld gesteld ten aanzien van het fokken van dieren of de huisvesting van dieren?
21. Geldt er thans een subsidieregeling voor NME? Indien nee, waarom niet? Indien ja, waar kunnen we deze vinden? Indien ja, is deze wezenlijk anders van opzet dan de subsidieregeling over de jaren 2019 en 2020 waar het borging van dierenwelzijn in de voorwaarden betreft?
22. Heeft u in het afgelopen jaar en in het lopende jaar subsidie verleend voor NME op basis van een subsidieregeling over deze jaren (zie ook voorgaande vraag)? Indien ja, wie waren de subsidieontvangers en zijn er eventuele registraties van de aan- en afvoer van dieren we kunnen inzien?
23. Is er daadwerkelijk in 2020 een nieuw beleidskader NME opgesteld, zoals gesteld in voornoemde subsidieregeling over de jaren 2019 en 2020? Indien nee, wanneer gaat u het beleidskader NME opstellen en ter vaststelling voorleggen aan de gemeenteraad?
Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.
[1] https://gemeenteraad.rotterdam.nl/Reports/Document/c94bbf22-bbf0-4165-bc75-50826f49c9cb?documentId=93033027-9f90-47eb-9188-0e4594e5bb15
[2] https://gemeenteraad.rotterdam.nl/Reports/Document/c94bbf22-bbf0-4165-bc75-50826f49c9cb?documentId=3325c807-9a5d-496e-9f87-b42b72247037
[3]https://www.natuurstad.nl/sites/www.natuurstad.nl/files/documenten/Dierenwelzijnsbeleid/Dierenwelzijnsbeleid%20V6.22.01.04.pdf
[4] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-22471.html
[5] https://www.rotterdam.nl/loket/subsidie-jaarlijks-natuur-en-milieueducatie/
Indiendatum:
2 sep. 2022
Antwoorddatum: 24 jan. 2023
Klik hier voor de beantwoording van het college van burgemeester en wethouders op de website van de gemeenteraad van Rotterdam.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Raadsvragen: Stijf onderaan in de Nationale Monitor voor Duurzame Gemeenten
Lees verderRaadsvragen: Waar blijft het nieuwe dierenasiel
Lees verder