Raads­vragen: Natuur in de knel door Windpark Maas­vlakte 2


Indiendatum: 4 jan. 2021

Geacht college,

De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam maakt zich zorgen over de natuur op de Tweede Maasvlakte als de komst van een groot windpark realiteit wordt. Momenteel worden door de initiatiefnemer van Windpark Maasvlakte 2[1] voorbereidende stappen genomen om deze ontwikkeling mogelijk te maken, die voorziet in plaatsing van in totaal 22 windmolens op zowel een verhard dijklichaam (‘harde zeewering’) als op het strand (‘zachte zeewering’). De drie benodigde vergunningen en één ontheffing worden deze maand volgens planning ter inzage gelegd. Hierbij geldt dat de gemeente Rotterdam verlener van een omgevingsvergunning[2] is en de algehele vergunningenprocedure coördineert, zowel bij de bekendmaking van de ontwerpbeschikkingen als bij de terinzagelegging van de daadwerkelijke vergunningen en ontheffing. Twee andere bevoegde gezagen zijn het Rijk en de provincie Zuid-Holland, voor respectievelijk vergunningverlening in het kader van de Waterwet en de Wet natuurbescherming. De provincie Zuid-Holland verleent een ontheffing op de Wet natuurbescherming, mocht het zover komen.

Wij juichen de komst van windmolens toe, maar dat moet dan wel in afstemming met de natuur gebeuren. In een artikel op de website van AD Voorne Putten[3] wordt door natuurbeschermingsorganisatie KNNV gesteld dat het belang van trekvogels en broedende vogels ter plaatse in het geding kan komen, primair door de windmolens maar indirect ook door gedwongen verplaatsing van strandrecreatie naar plekken die nu voornamelijk als natuurgebied dienst doen. Daarnaast treedt er door het effect op trekkende vogels effect op in Natura 2000-gebieden. Windpark Maasvlakte 2 grenst aan het Natura 2000-gebied Voordelta en ligt nabij Voornes Duin, Solleveld en Kapittelduinen, Duinen Goeree & Kwade Hoek, Haringvliet, en Grevelingen.

1. Stelt u dat de komst van Windpark Maasvlakte 2 negatieve gevolgen heeft voor de natuur ter plaatse? Indien nee, waarom niet? Indien ja welke gevolgen? Indien ja, welke maatregelen gaat u nemen om deze negatieve gevolgen weg te nemen?

2. Kunt u onze zorgen wegnemen dat eventuele verplaatsing van strandrecreatie naar een andere plek op Maasvlakte 2 in ieder geval niet ten koste gaat van bestaande natuurwaarden? Indien nee, waarom niet?

De benodigde ontheffing voor de komst van Windpark Maasvlakte 2 is bedoeld de verbodsbepalingen uit hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming te omzeilen. In de aanvraag[4] wordt door de initiatiefnemer van het windpark aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland (middels een brief aan Omgevingsdienst Haaglanden) verzocht om “ontheffing van de verbodsbepalingen van de Wnb voor het doden van vogels en vleermuizen ten gevolge van de exploitatie van het windpark.” Uit de ontwerpbeschikking voor de ontheffing maken wij op dat deze recht geeft 129 vogelsoorten (waaronder de rodelijstsoorten van bontbekplevier, strandplevier en dwergstern) en 4 vleermuissoorten te doden tijdens de exploitatie. De ontheffing zal ten minste 25 jaar van kracht zijn.

3. Wat vindt u ervan dat er een ontheffing nodig is voor die gevallen dat er vogels en vleermuizen worden gedood als gevolg van de exploitatie van Windpark Maasvlakte 2, ten minste in de eerste 25 jaar?

4. Waarom zou volgens u vogels en vleermuizen mogelijk de dood vinden als gevolg van de exploitatie van Windpark Maasvlakte 2? Heeft dit te maken met de draaiende rotorbladen van de windmolens?

5. Weet u of de initiatiefnemer dan wel exploitant van Windpark Maasvlakte 2 maatregelen treft of gaat treffen om de dood van vogels en vleermuizen tegen te gaan, in het geval dat de ontheffing daadwerkelijk wordt verleend? Indien nee, bent u bereid dit na te gaan?

6. Kan de gemeente Rotterdam als verlener van een omgevingsvergunning ervoor zorgen dat tijdens de exploitatie van Windpark Maasvlakte 2 zo min mogelijk vogels en vleermuizen de dood vinden, bijvoorbeeld door het voorschrijven van bouwkundige maatregelen? Indien nee, waarom niet?

Er moet ook nog een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming worden verleend door Omgevingsdienst Haaglanden (die wederom namens gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland handelt). Die vergunning gaat onder andere in op het effect van Windpark Maasvlakte 2 op trekvogels die zich van en/of naar Natura 2000-gebieden bewegen, hetgeen buiten de ontheffing wordt geregeld. Het gaat hier dus om gebiedsbescherming. In het ontwerpbesluit[5] van de vergunning staat hierover het volgende:

“Niet is uitgesloten, dat er slachtoffers onder vogels kunnen vallen als gevolg van een aanvaring met een draaiend rotorblad. Naast de individuele soortenbescherming (H3 Wnb) waarvoor een separate ontheffing is aangevraagd, kunnen dat ook soorten zijn die een relatie hebben met nabijgelegen Natura 2000-gebieden en waarvoor instandhoudingsdoelstellingen in de betreffende gebieden zijn vastgesteld.”

Vogelsoorten met een relatie tot nabijgelegen Natura 2000-gebieden die slachtoffer zouden kunnen worden van de windmolens zijn de scholekster, visdief, grote stern en aalscholver. De Omgevingsdienst Haaglanden concludeert dat een zogenoemde mortalititeitsgrens (van 1% van de gemiddelde jaarlijkse natuurlijke sterfte) van aalscholvers mogelijk zal worden overschreden, hetgeen leidt tot verminderde staat van instandhouding van de soort. Toch is de omgevingsdienst voornemens de vergunning namens de provincie Zuid-Holland te verlenen, omdat zij het niet aanneembaar acht dat alle ‘worst-case aannamen’ realiteit zullen worden. Ook vermeldt de omgevingsdienst dat een ‘stilstandvoorziening’ in de exploitatie van Windpark Maasvlakte 2 zal worden ingebouwd, die ervoor zorgt dat de windmolens zullen worden uitgezet als er kans op aanvaringen met vogels (en vleermuizen) optreedt. Hiertoe dient de initiatiefnemer dan wel exploitant van het windpark een monitoringsplan in bij het bevoegd gezag, voorafgaand aan de exploitatie.

7. Wat gebeurt er als tijdens exploitatie van Windpark Maasvlakte 2 blijkt dat voornoemde mortaliteitsgrens in het geval van de aalscholver wél wordt overschreden?

8. Hoe gaat de stilstandvoorziening eruit komen te zien? En bent u bereid het monitoringsplan voor gebruik van deze stilstandvoorziening, die bij u wordt ingediend door de initiatiefnemer dan wel exploitant van Windpark Maasvlakte 2 voorafgaand aan de exploitatie, met ons te delen?

Voor het project Windpark Maasvlakte 2 is een milieueffectrapportage[6] (MER) inclusief Passende Beoordeling opgesteld. De Commissie voor de milieueffectrapportage, die door omgevingsdienst DCMR namens de gemeente Rotterdam is gevraagd advies te geven, heeft in haar advies[7] diverse aandachtspunten meegegeven aan de opstellers van de MER. Zo moet in de MER voor wat betreft effect op Natura 2000-gebieden onder andere onderzoek worden gedaan naar welke van deze gebieden het meest geraakt worden; het effect van onderwatergeluid op zeezoogdieren en vissen tijdens de aanleg van het windpark; gevolgen voor de beschikbaarheid van rust- en slaapplaatsen en foerageergebieden, uitgedrukt in vogelconcentraties; en de doelstelling voor wat betreft staat van instandhouding van soorten.

9. Voelt u zich als verlener van de omgevingsvergunning aan de initiatiefnemer van Windpark Maasvlakte 2 gehouden de uiteindelijke MER inclusief Passende Beoordeling te toetsen op onderzochte milieueffecten? Indien nee, waarom niet?

10. Welk voorbehoud maakt u in voornoemde omgevingsvergunning als blijkt dat niet alle relevante effecten (volgens advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage) zijn onderzocht? Heeft u bijvoorbeeld het recht om een omgevingsvergunning in te trekken als niet aan het advies is voldaan?

11. Welk voorbehoud maakt u in voornoemde omgevingsvergunning als blijkt dat de eigenaar dan wel exploitant van Windpark Maasvlakte 2 geen maatregelen treft om de nadelige effecten op natuur ter plaatse te mitigeren dan wel compenseren? Heeft u bijvoorbeeld het recht om een omgevingsvergunning in te trekken als geen mitigerende dan wel compenserende maatregelen worden genomen?

Op 10 september 2020 dienden wij de motie ‘Paint it black’ in, met als verzoek aan het college zich hard te maken voor het zwart verven van een van de wieken van windmolens teneinde vogelaanvaringen te voorkomen. In de desbetreffende vergadering heeft het college bij monde van de wethouder verantwoordelijk voor duurzaamheid toegezegd aansluiting te gaan zoeken bij een bestaand initiatief in Nederland die deze interventie als proef toepast, te weten een windpark in de Eemshaven. Het college heeft met de afdoening[8] van de toezegging gesteld dat de ervaringen bij dit initiatief worden afgewacht, dat doorloopt tot en met 2023. Maar indien aan de planning van Windpark Maasvlakte 2 onverkort wordt vastgehouden, zal deze ontwikkeling al in 2022 starten. Wij zijn bang dat er dan al onomkeerbare stappen worden genomen die het bij voorbaat onmogelijk maken om een van de wieken van elk van de 22 windmolens zwart te laten zijn. En dat zou een grote gemiste kans betekenen.

12. Stelt u dat er genoeg tijd is om de uitkomsten van de proef met zwarte wieken bij het windpark in de Eemshaven uit te werken in het ontwerp van de windmolens als onderdeel van Windpark Maasvlakte 2? Indien nee, kunt u al eerder een oordeel vellen over het succes van zwarte wieken dan te wachten op het einde van de proef?

13. Bent u bereid de uitkomsten van de proef van de zwarte wieken te delen met de initiatiefnemer van Windpark Maasvlakte 2 en om bij een eventuele positieve uitkomst (waarbij het aantal vogelaanvaringen is voorkomen) te pleiten voor het zwart verven van een wiek voor elk van de 22 windmolens die zijn voorzien?

Voor de komst van Windpark Maasvlakte 2 moet mogelijk een zogenoemde telpost wijken, die ondersteuning biedt in het in kaart brengen van trekvogelroutes en het volume van bepaalde soorten trekvogels over en langs de kust. Wij willen graag dat dit waardevolle werk doorgaat, omdat we zo meer te weten kunnen komen over trekvogels en betere beleidskeuzes kunnen maken.

14. Klopt het dat door de komst van Windpark Maasvlakte 2 de telpost voor trekvogels verplaatst moet worden? Indien ja, biedt de eigenaar dan wel exploitant van het windpark de eigenaar dan wel gebruiker van de telpost een alternatieve plek aan waar de tellingen ongehinderd door kunnen gaan?

Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.

[1] https://www.eneco.nl/over-ons/wat-we-doen/duurzame-bronnen/windpark-maasvlakte2/

[2] https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2020-57952/1/bijlage/exb-2020-57952.pdf

[3] https://www.ad.nl/voorne-putten/knnv-keert-zich-tegen-windmolens-op-de-maasvlakte-de-natuur-komt-in-de-knel~aaf7c61c/

[4] https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2020-58002/1/bijlage/exb-2020-58002.pdf

[5] https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2020-57988/1/bijlage/exb-2020-57988.pdf

[6] https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2020-58042/1/bijlage/exb-2020-58042.pdf

[7] https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2020-58046/1/bijlage/exb-2020-58046.pdf

[8] https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/9278915/1/20bb14953

Indiendatum: 4 jan. 2021
Antwoorddatum: 21 jan. 2021

Klik hier voor de beantwoording van het college van burgemeester en wethouders op de website van de gemeenteraad van Rotterdam.

Interessant voor jou

Raadsvragen: Amendementen bij MER-plichtige bestemmingsplannen

Lees verder

Raadsvragen: Compensatie invorderingskosten gedupeerden toeslagenaffaire

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer