Raads­vragen: Amen­de­menten bij MER-plichtige bestem­mings­plannen


Indiendatum: 22 dec. 2020

Geacht college,

Leden van de Raad zijn vrij besluiten die de Raad neemt of is geacht te nemen, te amenderen. Het recht van amendement is gevat in artikel 147b lid 1 van de Gemeentewet[1] en luidt als volgt:

“Een lid van de raad kan een voorstel tot wijziging van een voor de vergadering van de raad geagendeerde ontwerp-verordening of ontwerp-beslissing indienen.”

Recent heeft de gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam moeten constateren dat dit recht van amendement in de Raad niet goed geborgd is bij de behandeling van bestemmingsplannen waarvoor een milieueffectrapportage (MER) vereist is. We zullen deze constatering kort toelichten aan de hand van het bestemmingsplan Feyenoord City, dat op 17 december 2020 in de Raad is behandeld. Door leden van de Raad zijn bij dit bestemmingsplannen in totaal vier amendementen ingediend die alle technisch in orde waren. Maar tegelijkertijd stelde het college tijdens behandeling van voornoemd bestemmingsplan dat de vier amendementen juridisch onhoudbaar zouden zijn als het zou uitkomen op een zaak bij de Raad van State, omdat de voorstellen die met de amendementen werden gedaan niet waren onderzocht op effecten die onderdeel waren van de MER. Om die reden zouden de vier ingediende amendementen in feite niet kunnen worden ingediend, aldus het college.

Wij vinden dit problematisch, omdat sommige bestemmingsplannen MER-plichtig zijn én omdat de reikwijdte van een milieueffectrapportage geen raadsbesluit vergt. Dit betekent dat de Raad geen invloed kan uitoefenen op de reikwijdte van een MER als verplicht onderdeel van een bestemmingsplan. Als gevolg hiervan bepaalt de reikwijdte van een MER toebehorend aan een bestemmingsplan óók de reikwijdte van de amendementen die juridisch houdbaar zijn, omdat de amendementen alleen veranderingen mogen aanbrengen in planonderdelen die zijn onderzocht op effecten. En dan geldt natuurlijk andersom ook dat amendementen die verband houden met planonderdelen die níet zijn onderzocht op effecten, juridisch níet houdbaar zijn. Dat is de andere kant van de medaille. Feitelijk beïnvloedt het college met de reikwijdte van een MER (en aanverwante onderliggende onderzoeken) de kaderstellende rol van de Raad bij het vaststellen van bestemmingsplannen. Wij vinden dat onwenselijk.

1. Erkent u dat het amenderen van een MER-plichtig bestemmingsplan problematisch is, omdat leden van de Raad geen juridisch houdbare amendementen kunnen indienen op planonderdelen waarvan de effecten niet zijn onderzocht? Indien nee, waarom niet? Indien ja, wat doet u zoal om de Raad in een betere positie te brengen als het aankomt op invloed kunnen uitoefenen op de reikwijdte van een MER (en aanverwante onderliggende onderzoeken)?

Wij zien op drie belangrijke momenten in het proces komend tot behandeling van een bestemmingsplan mogelijkheden voor de Raad om invloed uit te oefenen op de reikwijdte van een MER. Dat is allereerst de Notitie reikwijdte en detailniveau van een MER-plichtig bestemmingsplan, die inzage geeft in de vorm en inhoud van een MER die daarop volgt. In een dergelijke notitie wordt bijvoorbeeld al een aanzet gegeven tot de alternatieven die met elkaar in de MER zullen worden vergeleken, alsmede de effecten die zullen worden onderzocht. Overigens is een Notitie reikwijdte en detailniveau niet verplicht om op te stellen. Ten tweede biedt de startnotitie van een bestemmingsplanprocedure handvatten voor de Raad om kennis te nemen van voornemens die het college heeft met betrekking tot een plangebied, of biedt het de Raad kansen om gelijktijdig met publicatie van de startnotitie het college te bevragen over voornemens die er voor het plangebied bestaan. De derde mogelijkheid is het MER-beoordelingsbesluit voor bestemmingsplannen. Met dit besluit motiveert het college of er al dan niet een MER wordt uitgevoerd als onderdeel van het plan. Dit zou voor het college dan hét moment zijn om de Raad in te lichten over de komst van een MER en de reikwijdte van het onderzoek naar (milieu)effecten die het college voorstaat.

2. Ziet u, indachtig uw eigen verantwoordelijkheden, mogelijkheden voor de Raad om meer invloed uit te oefenen op de reikwijdte van een MER bij respectievelijk de Notitie reikwijdte en detailniveau, de startnotitie van een bestemmingsplanprocedure en/of het MER-beoordelingsbesluit, waar deze dienen ter uiteindelijke vaststelling van een bestemmingsplan? Indien nee, waarom niet? Indien ja, welke mogelijkheden ziet u? Indien ja, op welke wijze wilt u de Raad in een betere positie brengen om haar kaderstellende rol bij vaststelling van een bestemmingsplan naar behoren te kunnen uitvoeren?

3. Ziet het college buiten de drie voornoemde aanknopingspunten binnen het proces om te komen tot behandeling en uiteindelijke vaststelling van een bestemmingsplan nog andere aanknopingspunten die kunnen worden benut om de kaderstellende rol van de Raad inzake MER-plichtige bestemmingsplannen te verstevigen? Indien nee, waarom niet?

Een dieperliggend probleem is dat aan het recht van amendement bij MER-plichtige bestemmingsplannen voor gemeenteraden de jure niet wordt getornd, maar dat het de leden van de raad wel degelijk de facto onmogelijk wordt gemaakt als ze geen invloed kunnen uitoefenen op de reikwijdte van een dergelijk bestemmingsplan en daardoor niet de amendementen kunnen indienen die ze graag hadden gewild. Mogelijk kan het college dit probleem niet zelf oplossen. Gelukkig zijn er diverse actoren te bedenken die het college van advies kunnen voorzien of een handreiking kunnen doen uitgaan over hoe voornoemd recht toch te laten gelden. Wij denken hierbij aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en de adviestak van de Raad van State, die duiding kunnen geven aan borging van een terdege uitvoering van het recht van amendement zoals gevat in artikel 147b lid 1 van de Gemeentewet in het geval van MER-plichtige bestemmingsplannen.

4. Bent u bereid extern advies in te winnen over het beter kunnen borgen van een terdege uitvoering van het recht van amendement in het geval van MER-plichtige bestemmingsplannen? Indien nee, waarom niet? Indien ja, bij welke actoren bent u bereid advies in te winnen? Indien ja, bent u bereid de Raad op de hoogte te houden van uw voortgang hieromtrent?

Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.

[1] https://wetten.overheid.nl/BWBR0005416/2020-01-01

Indiendatum: 22 dec. 2020
Antwoorddatum: 2 feb. 2021

Klik hier voor de beantwoording van het college van burgemeester en wethouders op de website van de gemeenteraad van Rotterdam.