Raadsvragen: Een stresstest voor de Omgevingsvisie
Indiendatum: 22 jun. 2020
Geacht college,
Het Nationale Deltaplan Ruimtelijke Ontwikkeling verplicht overheden om ongeveer eens per zes jaar een stresstest uit te voeren over de kwetsbaarheden die samenhangen met de negatieve gevolgen van klimaatverandering. De verplichting tot herziening van de stresstest staat omschreven in de bijsluiter1 van de stresstest en dient ertoe om de gegevens over kwetsbaarheden bruikbaar te houden. Dit hangt samen met een van de zeven ambities van voornoemd plan om kwetsbaarheden als gevolg van klimaatverandering in kaart te brengen en spitst zich toe op vier thema’s: hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen. Binnen de gemeente Rotterdam is de stresstest verwerkt in het klimaatadaptatieprogramma ‘Rotterdams Weerwoord’2. De stresstest geldt als een momentopname van hoe de stad ervoor staat.
Momenteel werkt het college aan kaders voor ruimtelijke ordening die verband houden met de invoering van de Omgevingswet, vooralsnog voorzien op 1 januari 2022. Die kaders zullen neerdalen in een Omgevingsvisie. Het college heeft in een brief3 aan de Raad aangegeven dat er gelijktijdig met de Omgevingsvisie een milieueffectrapportage wordt opgesteld, een zogenoemde planMER. Die vindt haar wettelijke basis in richtlijn 2001/42/EG van de Europese Unie, in Nederland verankerd in de Wet milieubeheer. Een planMER is ervoor bedoeld de ruimtelijke gevolgen van plannen en programma’s in kaart te brengen. De keuze voor een planMER toont aan dat er ruimtelijke samenhang bestaat tussen de losse projecten en ambities die binnen de Rotterdamse ruimtelijke ordening vallen.
Om het beeld compleet te maken, heeft het college medio vorig jaar in een doorkijk naar 2040 een ‘Strategische Verkenning Verstedelijking4’ uitgebracht. In de strategische verkenning doet het college uit de doeken waar zij kansen ziet voor toevoeging van nieuwe woningen, omdat haar ambities ten aanzien van uitbreiding van de woningvoorraad fors zijn. Het college verwijst in haar strategische verkenning veelvuldig naar de Omgevingsvisie en stelt daarbij dat ‘richtinggevende keuzes’ nodig zijn om de groei van de stad in goede banen te leiden. Dat zal dan worden gedaan in de pijler ‘De compacte stad’ binnen het beoogde raamwerk van de Omgevingsvisie.
De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren is bezorgd over de gevolgen van de bouwplannen van dit college voor de klimaatadaptieve capaciteit van de stad, dus de benodigde capaciteit om de gevolgen van de vier klimaatthema’s zoals benoemd in het Nationale Deltaplan Ruimtelijke Ontwikkeling het hoofd te kunnen bieden. Want die gevolgen zijn er. Zo lezen wij in de Strategische Verkenning Verstedelijking bijvoorbeeld de volgende omineuze zin over kansen voor nieuwe woningen in bestaand stedelijk gebied:
“We zien bijvoorbeeld kansen voor verdichting bij OV lijnen en knooppunten, transformatie van oude haventerreinen en rivieroevers, op onderbenutte locaties langs snelwegen en parkranden.”
Het bebouwen van percelen die het college blijkbaar als onderbenutte locaties ziet, heeft evenwel enorme consequenties voor het beleid over klimaatadaptatie. Het hitte-eilandeffect, bijvoorbeeld, is een direct gevolg van een (te) versteende stedelijke omgeving, met te weinig dempende werking van groenvoorzieningen in de wijken en buurten. Als je besluit een rivieroever of parkrand te bebouwen, gaat er met het groen ook een belangrijke voorziening voor natuurlijke waterberging verloren. Dit leidt tot wateroverlast, maar werkt ook hydrologische droogte in de hand. Bouwen langs rivieroevers betekent automatisch buitendijks bouwen. Dat heeft weer gevolgen voor de risico’s op overstromingen. Over de twee aanvullende ‘Rotterdamse’ klimaatthema’s – bodemdaling en grondwater – hebben we het nog geeneens gehad. Maar het is voor ons evident dat droogte veengronden bovenmatig aantast, waardoor de bodem daalt en het grondwaterpeil zakt. Dat leidt tot funderingsproblemen en schade aan wegen, leidingen en kabels – allemaal klimaatschade.
Wij willen dat het college goed inziet welke gevolgen voor klimaatadaptatie er kleven aan de Omgevingsvisie die zij voorstaat. Om die reden willen wij het college enkele vragen stellen over de programmatische samenhang van de stresstest in het kader van het Nationale Deltaplan Ruimtelijke Ontwikkeling met de Omgevingsvisie, de planMER voor de Omgevingsvisie én de Strategische Verkenning Verstedelijking.
1. Hoe ziet u de samenhang tussen de beleidsinformatie zoals vervat in de stresstest in het kader van het Nationale Deltaplan Ruimtelijke Ontwikkeling, de Omgevingsvisie, de planMER voor de Omgevingsvisie én de Strategische Verkenning Verstedelijking?
2. Bent u bereid een nieuwe stresstest op te stellen over de kwetsbaarheden voor de gevolgen van klimaatverandering die worden ingegeven door de keuzes die in de Omgevingsvisie worden gemaakt? Indien ja, betekent dit dat u tussentijds de verplichting tot herziening van de stresstest in de tijd naar voren haalt? En indien ja, betekent dit ook dat de stresstest in plaats van een momentopname gaat gelden als beeld van de toekomst? Indien nee, krijgt de planMER de vorm van een officieuze stresstest?
3. Heeft u als doel om in de planMER voor de Omgevingsvisie de gevolgen van de klimaatthema’s uit het Nationale Deltaplan Ruimtelijke Ontwikkeling (hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen) in kaart te brengen, eventueel aangevuld met de thema’s van bodemdaling en grondwater uit Rotterdams Weerwoord? Indien nee, waarom niet?
4. Welke scenario’s bent u van plan te gaan uitwerken in de planMER? En bent u van plan om per thema ook de stress van de verschillende klimaatthema’s in kaart te brengen, zoals dat nu in Rotterdams Weerwoord is gedaan? Indien nee, waarom niet?
5. Welke onderdelen van de Strategische Verkenning Verstedelijking – met een doorkijk naar 2040 – worden nu al gestand gedaan in de Omgevingsvisie, waar het de pijler ‘De compacte stad’ betreft? En worden de effecten op klimaatstress ook per onderdeel verder uitgewerkt? Indien nee, waarom niet?
1 https://ruimtelijkeadaptatie.nl/stresstest/bijsluiter/
2 https://www.rotterdam.nl/wonen-leven/rotterdams-weerwoord/Urgentiedocument-2020_NL.pdf
3 https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/8062144/4
4 https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/7827160/1/s19bb017999_3_50801_tds
Indiendatum:
22 jun. 2020
Antwoorddatum: 14 jul. 2020
Klik hier voor de beantwoording van het college van burgemeester en wethouders op de website van de gemeenteraad van Rotterdam.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Raadsvragen: Weg met wegwerpbarbecues
Lees verderRaadsvragen: Bouwlocaties in afwachting van bebouwing - vervolgvragen op 20bb3926
Lees verder