Raadsvragen: Chemische verontreiniging openbare parken
Indiendatum: 2 jun. 2023
Geacht college,
Het Pesticide Action Network, afdeling Nederland, heeft recent een onderzoeksrapport[1] uitgebracht over de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen in openbare parken. Voor het rapport hebben de onderzoekers onder andere het Kralingse Bos bemonsterd op de aanwezigheid van dergelijke middelen, hetgeen duidt op chemische verontreiniging. De onderliggende onderzoeksvraag luidt: “Heeft de insectenfauna nog kansen in openbare parken?”
Uit het rapport blijkt dat de openbare parken flink wat bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen bevatten, na bemonstering van paardenbloemen. Er zijn veertig middelen aangetroffen, waarvan het grootste deel hoofdzakelijk wordt gebruikt in de landbouw en een kleiner aantal (negen middelen) als insecticide om huisdieren te ontdoen van luizen, teken of vlooien. De onderzoekers schrijven:
“De resultaten van dit onderzoek geven aan dat de onderzochte paardenbloemen in openbare parken cocktails van 4 tot van deze 20 middelen opnemen. Op grond van de in planten aangetroffen zeer sterk werkende insecticiden is het zeer aannemelijk dat de voortplanting van insecten die deze planten consumeren ernstig verstoord wordt.”
En, specifiek over diergeneesmiddelen:
“De resultaten van dit onderzoek wijzen erop dat het frequent gebruik van chemische middelen tegen parasieten bij huisdieren grote risico’s met zich meebrengt omdat zij via verlies van haren, urine en fecaliën de stedelijke natuur zwaar belasten. Aangezien het weinig waarschijnlijk is dat de aangetroffen stoffen zich alleen in paardenbloemen bevinden en niet in de rest van de vegetatie en bodem van openbare parken, is het aannemelijk dat de insectenfauna (entomofauna) in die parken zwaar te lijden heeft van deze vervuiling.”
In het Kralingse Bos zijn zes bestrijdingsmiddelen aangetroffen die doorgaans in de landbouw worden gebruikt. Verder zijn op deze locatie zes van de negen diergeneesmiddelen aangetroffen, met in cumulatief opzicht de hoogste concentratie van alle bemonsterde parken. Als diergeneesmiddel is bijvoorbeeld de neonicotinoïde imidacloprid aangetroffen, een zeer giftig bijengif.
Het is waarschijnlijk dat bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen ook in andere Rotterdamse parken, in bloemrijke bermen of graslanden aangetroffen kunnen worden. Dat is een probleem voor insecten, zoals bijen, die hiervan afhankelijk zijn. En zo komt het in de voedselpiramide terecht. Maar het plukken van bloemensoorten in de vrije natuur kan ook gezondheidsschade opleveren bij mensen. Een groot probleem.
1. Kent u het aangehaalde rapport? Indien ja, wat is uw reactie op het rapport?
2. Beschouwt u de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen in de Rotterdamse stadsnatuur als een probleem? Indien ja, waarom?
Bijlage 1 van het rapport somt alle bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen op die in de bemonsterde openbare parken zijn aangetroffen, zo ook die in het Kralingse Bos. We zijn benieuwd of de gemeente actief bijdraagt aan verspreiding van de bestrijdingsmiddelen, bijvoorbeeld omdat ze deze inzet in het groenbeheer of omdat ze nieuw groen of grond inkoopt waarin deze middelen voorkomen.
3. Zijn er aangetroffen bestrijdingsmiddelen uit bijlage 1 van het rapport die de gemeente Rotterdam zelf verspreidt in het groenbeheer? Indien ja, welke bestrijdingsmiddelen verspreidt de gemeente en voor welk doeleinde worden ze ingezet?
4. Koopt de gemeente Rotterdam zaken in – zoals nieuw groen of grond – waarin de genoemde bestrijdingsmiddelen voorkomen? Indien niet bekend, wordt er voor inkoop van dergelijke zaken voorwaarden gesteld voor de mogelijke aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen?
Zoals gesteld zijn er zes diergeneesmiddelen in het Kralingse Bos aangetroffen, met waarschijnlijke negatieve gevolgen voor de stadsnatuur. Het lijkt erop dat deze middelen door huisdieren in de vrije natuur terecht zijn gekomen, hetgeen niet direct onder de invloedssfeer van de gemeente valt. Dieren als katten of honden mogen zich in de openbare ruimte begeven. Wel kan de gemeente een paar dingen doen, zoals invloed uitoefenen bij het kabinet om bepaalde diergeneesmiddelen zo aan te passen dat chemische verontreiniging zich niet meer zal voordoen. Of de gemeente kan voorlichting geven aan houders van huisdieren over de mogelijke negatieve gevolgen van het gebruik van diergeneesmiddelen op de stadsnatuur.
5. Ziet u een rol voor de gemeente weggelegd om de aanwezigheid van deze diergeneesmiddelen in onze parken te minimaliseren, bijvoorbeeld door aan te kaarten dat de aangetroffen stoffen in bepaalde producten schade kunnen aanrichten? Of door voorlichting te geven aan houders van huisdieren? Welke andere mogelijkheden ziet u nog?
Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.
[1] https://www.pan-netherlands.org/wp-content/uploads/2023/05/onderzoeksrapport-1.pdf
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Raadsvragen: Het crossen gaat gewoon door
Lees verderRaadsvragen: Willemstoren schudt op haar grondvesten
Lees verder