Ontwik­ke­lingen aan de Plaszoom


Indiendatum: jul. 2015

Geacht college,

De Partij voor de Dieren in Rotterdam maakt zich sterk voor het monumentale en cultuurhistorische karakter van onze molens (zie ook brief met kenmerk 15bb5879). Aan de Kralingse Plas staan twee molens: De Lelie en De Ster. Hier wordt tot op de dag van vandaag snuiftabak (en specerijen) vermalen. Samen met de aanpalende bebouwing, te weten de zogenoemde karottenfabriek en de voormalige directiewoning (thans restaurant), vormen de molens het snuifmolencomplex.

Ter hoogte van De Lelie, op Plaszoom 362, bevindt zich momenteel een zeilschool. Tot vrij recent was er een zeilschool gevestigd op Plaszoom 350, die sindsdien ontmanteld is. Graag stellen wij het college hierover enkele vragen.

1. Waarom is de zeilschool verplaatst van locatie Plaszoom 350 naar locatie Plaszoom 362?

2. Maakt de zeilschool op locatie Plaszoom 362 gebruik van een tijdelijke omgevingsvergunning? Indien ja, voor hoe lang geldt deze omgevingsvergunning?

3. Is het college van zins met een bestemmingsplanprocedure de bestemming van locatie Plaszoom 362 zodanig te veranderen dat een zeilschool voor permanente duur mogelijk is? Indien ja, wanneer wordt deze procedure in gang gezet en hoe zal deze eruit zien?

In de selectiebrochure 'Zeilschool Kralingse Plas''1 staat dat “[d]e gemeente wenst de voormalige karottenfabriek (locatie Plaszoom 362) als definitieve locatie voor de nieuwe zeilschool te verhuren” (pp.3).

4. Is deze wens van het college nog steeds actueel? Indien ja, hoe beoordeelt het college het functioneren van de nieuwe zeilschool op locatie Plaszoom 362?

5. Blijft de bestemming van de karottenfabriek als maatschappelijke voorziening gehandhaafd als op locatie Plaszoom 362 een zeilschool voor permanente duur wordt gevestigd? Indien nee, waarom niet? Indien ja, maakt deze bestemming horeca mogelijk?

6. Laat het college zich in het gunningstraject voor een zeilschool met advies bijstaan door Stadsherstel Historisch Rotterdam N.V., aangezien zij veel kennis bezitten over de karottenfabriek en het snuifmolencomplex?

7. Heeft het college contact opgenomen met de stichting die het snuifmolencomplex momenteel beheert ('Stichting de Kralingse Snuif- en Specerijen Compagnie De Ster en De Lelie') inzake de (tijdelijke) locatie van de zeilschool en een mogelijke herbestemming van de karottenfabriek? Indien nee, waarom niet?

Horeca lijkt een integraal onderdeel uit te gaan maken in de exploitatie van een zeilschool aan de Plaszoom. De karottenfabriek biedt in de plannen van de gemeente de mogelijkheid voor het ontplooien van horeca-activiteiten. Voor het mogelijk maken van horeca in de karottenfabriek (dus op locatie Plaszoom 362) is een wijziging van het bestemmingsplan vereist.

8. Stelt het college dat horeca in de karottenfabriek bijdraagt aan het monumentale en cultuurhistorische karakter van het snuifmolencomplex, alsmede de publieke toegankelijkheid? Indien ja, aan wat voor horeca-activiteiten geeft het college de voorkeur?

Naar verluidt is de gemeente Rotterdam in gesprek met een stichting om het eigendom van de twee Kralingse molens over te nemen, inclusief het in originele staat renoveren van de karottenfabriek.

9. Klopt deze bewering? Indien ja, wanneer kunnen wij akte nemen van de uitkomst van de gesprekken? Indien nee, hoe vordert de verkoop van de twee molens?

10. Wordt in de zoektocht naar een nieuwe eigenaar van de molens meegewogen dat de karottenfabriek mogelijk een andere bestemming krijgt? Indien nee, waarom niet?

11. Erkent het college de samenhang tussen de twee molens, in zoverre dat een eigenaar voor het gehele snuifmolencomplex wordt gezocht? Indien nee, waarom niet?

12. Laat het college zich, voor wat betreft de zoektocht naar een competente nieuwe eigenaar, in advies bijstaan door de eerder genoemde stichting die het snuifmolencomplex beheert? Indien nee, waarom niet?

13. Is het college bereid om een eventuele nieuwe eigenaar van de Kralingse molens, evenals de andere molens die eigendom zijn van de gemeente, financieel te ondersteunen in het onderhoud? Indien nee, waarom niet?

(1) http://www.rotterdam.nl/Clusters/Stadsontwikkeling/Document%202015/Wonen/Selectiebrochure%20zeilschool.pdf

Indiendatum: jul. 2015
Antwoorddatum: 30 jul. 2015

Inleidend wordt gesteld:

'De Partij voor de Dieren in Rotterdam maakt zich sterk voor het monumentale en cultuurhistorische karakter van onze molens (zie ook brief met kenmerk 15bb5879). Aan de Kralingse Plas staan twee molens: De Lelie en De Ster. Hier wordt tot op de dag van vandaag snuiftabak (en specerijen) vermalen. Samen met de aanpalende bebouwing, te weten de zogenaamde karottenfabriek en de voormalige directiewoning (thans restaurant), vormen de molens het snuifmolencomplex.

Ter hoogte van de Lelie, op Plaszoom 362, bevindt zich momenteel een zeilschool. Tot vrij recent was er een zeilschool gevestigd op Plaszoom 350, die sindsdien ontmanteld ís. Graag stellen wij het college hierover enkele vragen'.

Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording:

Vraag 1:
Waarom is de zeilschool verplaatst van locatie Plaszoom 350 naar locatie Plaszoom 362?

Antwoord:
Hoewel het bestemmingsplan ruimte bood voor een zeilschool aan de Plaszoom 350, is ervoor gekozen om de zeilschool te verplaatsen. De selectieprocedure voor het vinden van een nieuwe zeilschool is voorafgegaan door een marktconsultatie. Hieruit bleek dat er een duidelijke voorkeur is voor de locatie bij de Karottenfabriek omdat er dan geen voorzieningen op het water gebouwd hoefden te worden. Dit was wel het geval geweest bij de oorspronkelijke locatie Plaszoom 350.

Vraag 2:

Maakt de zeilschool op locatie Plaszoom 362 gebruik van een tijdelijke omgevingsvergunning? Indien ja, voor hoe lang geldt deze omgevingsvergunning?

Antwoord:
Ja, de zeilschool maakt gebruik van een tijdelijke omgevingsvergunning tot 7 mei 2017.

Vraag 3:
Is het college van zins met een bestemmingsplanprocedure de bestemming van locatie Plaszoom 362 zodanig te veranderen dat een zeilschool voor permanente duur mogelijk is? Indien ja, wanneer wordt deze procedure in gang gezet en hoe zal deze eruit zien?

Antwoord:
Ja, de gemeente wenst dat de activiteiten van de zeilschool op de locatie Karottenfabriek voort worden gezet. Hier zal eind 2015, begin 2016 een procedure voor worden opgestart. De opzet van de definitieve zeilschool wijkt niet af van de huidige situatie. Dus een zeilschool met op deze activiteit afgestemde horeca.

Verder wordt gesteld:

'In de selectieprocedure 'Zeilschool Kralingse Plas staat dat (d)e gemeente wenst de voormalige karottenfabriek (locatie Plaszoom 362) als definitieve locatie voor de nieuwe zeilschool te verhuren' (pp 3)'.

Vraag 4:
Is deze wens van het college nog steeds actueel? Indien ja, hoe beoordeelt het college het functioneren van de nieuwe zeilschool op locatie Plaszoom 362?

Antwoord:
Ja, deze wens is nog steeds actueel. De exploitatie van de geselecteerde zeilschool voldoet aan de verwachtingen van de gemeente. Het is een aanwinst is voor de plas, waar alle Rotterdammers de mogelijkheid hebben om zeilies te nemen. Deze zeilschool heeft een nette uitstraling.

Vraag 5:
Blijft de bestemming van de karottenfabriek als maatschappelijke voorziening gehandhaafd als op locatie Plaszoom 362 een zeilschool voor permanente duur wordt gevestigd? Indien nee, waarom niet? Indien ja, maakt deze bestemming horeca mogelijk?

Antwoord:
Ja, bij de definitieve bestemming gaan we uit van een maatschappelijke bestemming, waarbij de functie watersport/zeilschool is toegestaan. Het horecabeleidsplan biedt ruimte voor horeca ontwikkelingen bij de molens De Ster en De Lelie I Karottenfabriek.

Vraag 6:
Laat het college zich in het gunningstraject voor een zeilschool met advies bijstaan door Stadsherstel Historisch Rotterdam N.V., aangezien zij veel kennis bezitten over de karottenfabriek en het snuifmolencomplex?

Antwoord:
Ja, de gemeente heeft Stichting Stadsherstel reeds in 2014 opdracht gegeven voor een Haalbaarheidsonderzoek m.b.t. de herbestemming van de Karottenfabriek. Stadsherstel is om advies gevraagd bij de totstandkoming en de keuze van de zeilschool op de locatie Karottenfabriek en heeft hier positief op geadviseerd.

Vraag 7:
Heeft het college contact opgenomen met de stichting die het snuifmolencomplex momenteel beheert ('Stichting de Kralingse Snuif- en Specerijen Compagnie De Ster en De Lelie') inzake de (tijdelijke) locatie van de zeilschool en een mogelijke herbestemming van de karottenfabriek? Indien nee, waarom niet?

Antwoord:
Ja.
De molens zijn eigendom van de gemeente Rotterdam en de gemeente beheert en onderhoudt de molens. De snuif productie en specerijenmaalderij in de molens worden verzorgd door vrijwillige molenaars, die zich hebben georganiseerd in de Stichting De Kralingse Snuif en Specerijen Compagnie De Stèren De Lelie. De stichting heeft geen betrokkenheid meer bij de Karottenfabriek. De stichting is wel geïnformeerd over de ontwikkelingen. Tevens zijn er contacten gelegd tussen de exploitant van de zeilschool en de stichting om de samenwerking te versterken. Door (gedeeltelijk) gebruik te maken van een ruimte in de accommodatie van de zeilschool kan bijvoorbeeld een informatie/museumhoekje worden ingericht, waardoor er meer bekendheid, kan worden gegeven aan de historie van de snuiftabak industrie aan de Kralingse plas.

Verder wordt gesteld:

'Horeca lijkt een integraal onderdeel uit te gaan maken in de exploitatie van een zeilschool aan de Plaszoom. De Karottenfabriek biedt de plannen van de gemeente de mogelijkheid voor het ontplooien van horeca-actìviteiten. Voor het mogelijk maken van horeca in de karottenfabriek (dus op locatie Plaszoom 362) is een wijziging van het bestemmingsplan vereist'.

Vraag 8:
Stelt het college dat horeca in de karottenfabriek bijdraagt aan het monumentale en cultuurhistorische karakter van het snuifmolencomplex, alsmede de publieke toegankelijkheid? Indien ja, aan wat voor horeca-activiteiten geeft het college de voorkeur?

Antwoord:
Nee. Op dit moment is gekozen om een zeilschool op deze locatie te vestigen, waarbij gebruik wordt gemaakt van gerelateerde horeca. Tevens heeft de gemeente aan de Stichting Stadsherstel opdracht gegeven voor een haalbaarheidsonderzoek voor de Karottenfabriek. Met dit plan wordt de herontwikkeling van de Karottenfabriek als zeilschool met afgeleide horeca onderzocht, en kan het monument in stand gehouden worden.

Verder wordt gesteld:

'Naar verluidt is de gemeente Rotterdam in gesprek met een stichting om het eigendom van de twee Kralingse molens over te nemen, inclusief het in originele staat renoveren van de karottenfabriek'.

Vraag 9:
Klopt deze bewering? Indien ja, wanneer kunnen wij akte nemen van de uitkomst van de gesprekken? Indien nee, hoe vordert de verkoop van de twee molens?

Antwoord:
Ja, deze bewering klopt. Naar verwachting kunnen wij u eind 2015, begin 2016 hierover informeren.

Vraag 10:
Wordt in de zoektocht naar een nieuwe eigenaar van de molens meegewogen dat de karottenfabriek mogelijk een andere bestemming krijgt? Indien nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee. Bij het vervreemden van de molens en de Karottenfabriek, zal de Karottenfabriek verhuurd (zeilschool), verkocht worden. Verder zal er bij de verkoopvoorwaarden opgenomen worden dat de cultuurhistorische waarde van het snuiftabakcomplex in stand moet blijven en de molens geen andere functie krijgen.

Vraag 11:
Erkent het college de samenhang tussen de twee molens, in zoverre dat een eigenaar voor het gehele snuifmolencomplex wordt gezocht? Indien nee, waarom niet?

Antwoord:
Ja, wij erkennen de samenhang tussen de twee molens. Zie ook ons antwoord op vraag 10.

Vraag 12:
Laat het college zich, voor wat betreft de zoektocht naar een competente nieuwe eigenaar, in advies bijstaan door de eerder genoemde stichting die het snuifmolencomplex beheert? Indien nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee. Zoals toegelicht onder vraag 10 zal de gemeente bij verkoop voorwaarden opnemen waarbij de cultuurhistorische waarde van het snuiftabakcomplex in stand moet blijven en de molens geen andere functie krijgen. De stichting wordt uiteraard wel geïnformeerd.

Vraag 13:
Is het college bereid om een eventuele nieuwe eigenaar van de Kralingse molens, evenals de andere molens die eigendom zijn van de gemeente, financieel te ondersteunen in het onderhoud? Indien nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee, wi?-zw hiertoe niet bereid. Bij besluit van uw gemeenteraad (voor de begroting 2012) is henbudget voor het onderhoud voor de molens weg bezuinigd.

Interessant voor jou

Verwaarloosde melkgebitten kinderen

Lees verder

Vervang bomenslachtoffers zomerstorm

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer