Bijdrage: Reken­ka­mer­rapport over Waarde van publieks­bereik culturele instel­lingen


Uitge­sproken in de verga­­dering van de Commissie ZOCS op 4 november 2020

4 november 2020

Voorzitter,

Wij zijn blij met het onderzoek dat de Rekenkamer heeft verricht. Wij delen de conclusie van de Rekenkamer dat met name de opzet van Rotterdamse Culturele Basis te weinig doet om alle groepen Rotterdammers aan te spreken, middels de inmiddels welbekende drie i’s. Wij vonden altijd al dat de gemeente het onderzoek van Rotterdam Festivals over publieksbereik niet heeft meegenomen in de totstandkoming van de RCB en eigenlijk ook niet in de verdeling van het resterende publieksgeld. Dat onderzoek ging over het bereik van de verschillende culturele doelgroepen in Rotterdam, met behulp van een segmentatiesysteem. Het cultuurplan moet er ook zijn voor groepen als de Stedelijke Toekomstbouwer of de Wijkgerichte Vrijetijdsgenieter, maar in de totstandkoming hebben wij hier niets van teruggezien. De ‘i’ van inclusiviteit is ook voor hen bedoeld.

Dit zijn niet de minste groepen, voorzitter. Over Stedelijke Toekomstbouwers staat in het Rekenkamerrapport: “Het is een brede en diverse groep. Ze zijn tussen 18 en 50 jaar oud en vinden we onder hen veel mensen met een niet-Nederlandse migratieachtergrond. Een groot deel van de Stedelijke Toekomstbouwers is laagopgeleid.” De Wijkgerichte Vrijetijdsgenieter is zo mogelijk nog diverser. Bijna zes op de tien Rotterdammers behoort tot deze twee groepen, maar cultuurparticipatie blijft helaas achter.

De Rekenkamer beschouwt twee derde van de gesubsidieerde instellingen als onderdeel van het peloton, en die richten zich op de usual suspects die ook al oververtegenwoordigd zijn in het publieksbereik. Wij herkennen dat het college te weinig doet om alle Rotterdammers te bereiken, ondanks de focus op inclusief. Neem nou zo’n criteria als het aantal bezoekers van een gesubsidieerde instelling, belangrijk bijvoorbeeld voor de totstandkoming van de culturele basis. Allereerst zou je als overheid willen weten of er Rotterdammers worden bereikt, en daarna welke doelgroepen er komen. Het binnenhalen van een Wijkgerichte Vrijetijdsgenieter zou meer gewicht moeten krijgen dan oververtegenwoordigde groepen in de verdeling van subsidies. Maar dat is niet gebeurd.

Het is aan een ‘Coalition of the Willing’ – zoals de Rekenkamer het noemt – te danken dat de Rotterdammers in gebieden als IJsselmonde en Prins Alexander ook bereikt gaan worden. Daar wonen ook de toekomstbouwers en vrijetijdsgenieter, voorzitter. Maar de gemeente stuurt niet op een prestatie van de sector als geheel. Dat is jammer. De wethouder had prima bij de beoordelingen van cultuurplanaanvragen ook kunnen toetsen op publieksbereik onder ondervertegenwoordigde groepen.

Wij zijn nogmaals blij dat de Rekenkamer al deze pijnpunten heeft benoemd. Een wijze les voor de toekomst van ons cultuurplanmodel.

Tot zover, voorzitter.

--

Klik hier voor de uitzending van de vergadering op het raadsinformatiesysteem van de gemeenteraad van Rotterdam.

Interessant voor jou

Bijdrage: Onderwijs in de Begroting 2021

Lees verder

Bijdrage: Vaststelling Begroting 2021 (Algemene politieke beschouwingen)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer