Bijdrage: Concept-Kadernota vastgoed
Uitgesproken in de vergadering van de commissie BWB op 8 februari 2023
Voorzitter,
We worden in de gelegenheid gesteld input te geven op het voorlopig ontwerp van de nieuwe Kadernota vastgoed.
Waar het gaat nou eigenlijk om? Voor ons is dat de uitsplitsing tussen kern en niet-kern, want dat gaat over wat de gemeente wil behouden en wil wegdoen. Gisteren waren we aanwezig bij een discussieavond over verkoop van gemeentelijk vastgoed en hoe dat kan worden verbeterd, en dat is eigenlijk al het verkeerde frame, het verkeerde discours. Waarom zou je vastgoed willen verkopen, als doel?
We willen allereerst graag een uitsplitsing zien van de kleine drieduizend objecten die zijn opgedeeld in kern en niet-kern. Mogelijk staan daar nog onaangename verrassingen in die we vervolgens kunnen verhelpen.
Tijdens de begrotingsbehandeling over branchering voor meer vitale kernen en ook laatst bij verwerving van twee nieuwe objecten aan de Coolsingel hebben wij betoogd dat de gemeente geen eigen vastgoed moet verhuren aan zaken als gokhallen of fastfoodbedrijven. Voor de Partij voor de Dieren is het simpel: vanuit gemeentelijke panden verkopen we geen producten die de planeet verzieken, dierenleed veroorzaken, leiden tot een ongezonde bevolking en schulden in de hand werken. We weten dat het college zich hiervoor niet wil inzetten, die verschuilt zich achter wet- en regelgeving. We zullen met voorstellen komen om onze wens gestand te doen.
Voorzitter, we storen ons aan basisregel 5 over ‘de markt, tenzij’. Dat moet wat ons betreft zijn: ‘de overheid, mits’. Er is geen tekort aan maatschappelijke initiatieven die veel laagdrempeliger maatschappelijke waarde kunnen toevoegen dan marktpartijen die aan het einde van de dag gewoon hun marge willen behalen. Maar dat zijn tegelijkertijd ook initiatieven die niet kunnen opboksen tegen het grote geld. Daar is sturing vanuit de overheid voor nodig. Dus graag herziening van deze basisregel in de definitieve versie van de kadernota.
Het college kondigt aan twintig bestaande contracten in de cultuursector kostendekkend te maken. Verder ligt het opdrachtgeverschap voor cultuurhuisvesting bij de afdeling Cultuur. Het is voor ons nu al duidelijk dat er meer geld naar het cultuurplanbudget moet als er een steeds grotere hap wordt genomen uit de besteedbare middelen voor programmering. Iets om niet te vergeten bij vaststelling van het nieuwe cultuurplan.
Bij verduurzaming van ons vastgoed, zelfs in geval van sloop/nieuwbouw, gaat het college niet verder dan bijna energieneutraal. Daar kunnen wij als fractie niet mee leven. De klimaatcrisis en energiecrisis moet ons dwingen te gaan voor klimaatneutrale vastgoedportefeuille, het liefst zelfs klimaatpositief. We zullen ‘minimaal Bijna Energieneutraal’, de zogenoemde BENG-norm, daarom amenderen als wethouder Simons het niet zelf doet. Dat betekent te allen tijde een no-regretscenario waar het verduurzaming betreft.
Bij de verhuur van grondpercelen willen we weten waarom eenzelfde inflatiecorrectie op basis van CPI wordt toegepast. Feitelijk zit daar niet hetzelfde onderhoudsregime aan vast als bij panden. We willen weten welke kosten voor de gemeente voor verhuur van grondpercelen worden toegeschreven aan onderhoud. Ook willen we weten welke kapitaalslasten annuïtair worden afgeschreven op grondpercelen, of dit überhaupt gebeurt en waarom sommige huurders van grond dan alsnog worden geconfronteerd met CPI-indexatie. Graag een bestuurlijke reactie met verwijzing naar bladzijde 13 van het concept.
In het verlengde hiervan: in de praktijk blijkt de demarcatie in verantwoordelijkheden voor onderhoud tussen huurder en verhuurder niet duidelijk. Een duidelijke demarcatielijst ontbreekt. Een lekkende kraan is voor de huurder, maar een scheur in de muur? Lekkages? Bodemdaling en onderhoud van drainage of riolering? Niet duidelijk, voorzitter. Zoveel gevallen, zoveel situaties. Maar toch vragen we de wethouder te komen met een standaardopzet van demarcatie, teneinde onduidelijkheid in de toekomst te voorkomen.
Voorzitter, ook de vraag aan de wethouder waar de verkoopopbrengsten landen in de begroting. Komt dat terecht in de algemene middelen? Zo ja, worden wij dan met verkoop van een pand niet elke keer als gemeente een stukje armer? Het eigen vermogen neemt namelijk af. Waarom zetten we de verkoopopbrengsten niet vast in een bestemmingsreserve?
Tot slot willen we dat er weer gebruik gemaakt gaat worden van erfpacht in het geval van vervreemding, als middel om te sturen. Dit kan aanvullend op overeenkomsten die met toekomstige kopers van vastgoed worden gesloten, of het komt ervoor in de plaats. Waar het ons om gaat, is dat de gemeente gaat regisseren hoe een zogenoemd boventallig pand in de toekomst gaat bijdragen aan de stad die wij voor ogen hebben. Graag bestuurlijke reactie op deze wens.
Tot zover, voorzitter.
--
Klik hier voor de uitzending van de vergadering op het raadsinformatiesysteem van de gemeenteraad van Rotterdam.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage: Uitgangspunten Woonakkoord (eerste bespreking)
Lees verderBijdrage: Uitgangspunten Woonakkoord (tweede bespreking)
Lees verder