Bijdrage: Concept integraal beleidsplan zorg en welzijn 'Heel de stad'
Uitgesproken in de commissie ZOCS op 10 juni 2020
Voorzitter,
Wij
hebben het beleidsplan ‘Heel de stad’ voor maatschappelijke
ondersteuning en jeugdhulp voor de periode 2021-2026 met interesse
gelezen. We zijn blij dat het college inzet op drie groepen
Rotterdammers die nog een extra zetje in de rug kunnen gebruiken:
kinderen, kwetsbare Rotterdammers en ouderen. We zijn ook blij dat
het college grotendeels afstand heeft genomen van de fabel van
zelfredzaamheid. Ja, zelfredzaamheid is een groot goed. Maar veel
Rotterdammers kunnen simpelweg niet mee in dit neoliberale verhaal
van een kleiner wordende overheid die steeds meer aan de markt over
laat. Het college ziet dat ook in. Goeie zaak.
In
‘Heel de stad’ wordt gesuggereerd dat werk de beste vorm van zorg
is. Wij onderschrijven het belang van iets omhanden hebben, een
dagstructuur en de sociale contacten die je op doet. Dan kan door
middel van werk, maar dat is lang niet altijd het geval. Je kunt ook
gevangen zitten in werk, bijvoorbeeld werk dat je niet leuk of
onveilig vindt, of dat teveel van je vraagt. Voor die Rotterdammers
moet dit beleidsplan er ook zijn. Om die reden willen wij dat het
college een proef start met het vrijstellen van een groep
Rotterdammers van de tegenprestatie. Wij zien graag dat het college
deze Rotterdammers gedurende de looptijd van dit beleidsplan volgt en
kijkt of de zorgvraag toe- of afneemt, wellicht afgezet tegen een
controlegroep. Hoe kijkt de wethouder zorg hier tegenaan?
Overigens
weten wij uit een technische sessie voorafgaand aan de discussie over
het preventieakkoord dat schuldhulpverlening de beste vorm van zorg
is. Toch apart dat we het nu werk noemen, want dat is geenszins
hetzelfde.
Over
de jeugdhulp is de laatste tijd veel te doen geweest, ook in
Rotterdam. Deze commissie heeft daarvoor zelfs een reeks
hoorzittingen met aanbieders van jeugdzorg opgetuigd om erachter te
komen waar de pijnpunten in de keten zitten. Als wij ‘Heel de stad’
zo eens doorlezen, moeten wij constateren dat voorgestelde relatie
tussen gemeente en jeugdzorgaanbieders in de komende periode vrij
conserverend van aard is. In bijlage 2 staat nadere informatie over
opdrachtgeverschap en contracteren. Kan de wethouder jeugd ons
vertellen of zij nog steeds een verkaveld jeugdhulplandschap voor
zich ziet? In de bijlage staat: “En
we zorgen ervoor dat ook kleinere specialisten een plek behouden in
het Rotterdamse stelsel.” Hoe gaat de wethouder hiervoor zorgen?
Want de wethouder blijft vasthouden aan de ketenschakel tussen
hoofdaannemer en onderaannemer.
Voorzitter,
tot slot. Deze commissie had laatste een interessant onderhoud met
onderzoekers die Utrecht en Rotterdam langs de jeugdhulpmeetlat
legden. Hun conclusie was vrij beschamend, voor ons als stad
welteverstaan. Heeft de wethouder akte genomen van hun artikel ‘Doen
wat werkt: vier lessen om de jeugdhulp te verbeteren?’. Hoe gaat de
wethouder werken aan wederzijds vertrouwen met aanbieders van
jeugdhulp, zonder te vervallen in clichés of gemeenplaatsen? Kan
vertrouwen überhaupt wel gedijen in een resultaatgerichte inkoop?
Graag een reflectie.
Tot zover, voorzitter.
--
Klik hier voor de uitzending van de vergadering op het raadsinformatiesysteem van de gemeenteraad van Rotterdam.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage: Aanpak excessief geweld (messengeweld en vuurwapengeweld)
Lees verderBijdrage: Verantwoordingsdebat (tijdens bespreking van de Jaarrekening 2019)
Lees verder